Hoe is een atoom opgebouwd?
Een atoom heeft een kern en om die kern draaien elektronen.
In de kern zitten verschillende soorten deeltjes
- protonen zijn positief geladen.
- neutronen hebben geen lading.
De elektronen, die om de kern bewegen hebben een negatieve lading.
Er zijn altijd evenveel protonen als elektronen. De totale lading van een atoom is dus 0.
Alle atomen staan in het periodiek systeem. Een afbeelding van het periodiek systeem vind je in het hoofdstuk moleculen en atomen. Waterstof is het kleinste atoom. Het heeft atoomnummer 1. Dat betekent dat waterstof 1 proton heeft, en dus ook 1 elektron.
Zuurstof heeft atoomnummer 8. Zuurstof heeft dus 8 protonen en 8 elektronen.
De massa van een proton is gelijk aan de massa van een neutron. De massa van protonen en neutronen is 1,7 x 10-27 kg.
Dat is natuurlijk geen makkelijk bruikbaar getal. Daarom is de afspraak: de massa van een proton is 1 u (unit). De massa van een neutron is ook 1 u.
Het atoom waterstof met atoomnummer 1 heeft 1 proton. De massa is 1 u.
Het atoom zuurstof met atoomnummer 8 heeft 8 protonen. De massa is 16 u. Dat betekent dus dat er 8 neutronen in de kern van een zuurstofatoom zitten.
Je kunt het aantal neutronen bepalen door het atoomnummer van een atoom af te trekken van het massagetal. Die gegevens vind je in het periodiek systeem.
Samengevat: het atoomnummer is het aantal protonen, en dus ook het aantal elektronen. Het aantal neutronen kun je berekenen door het atoomnummer af te trekken van de atoommassa.
In onderstaand plaatje:atoomgetal = atoomnummer, atoomgewicht = atoommassa
Als je de massa van de atomen weet, kun je ook de massa van een molecuul uitrekenen. De massa van H2 O is dus de massa van 2 waterstofatomen en 1 zuurstofatoom, dus 2 x 1 + 16 = 18 u.