Tijdens het practicum heb je eerst verschillende metalen verhit. Platina ging gloeien. Dat wil zeggen dat het zo heet werd dat het zichtbaar licht ging uitzenden. Bij magnesium kreeg je een felle vlam, maar daarna was het magnesium veranderd in een wit poeder.
Bij het verwarmen van eiwit en kaarsvet zag je ook verschil. Het kaarsvet werd vloeibaar, ging dus smelten. Bij afkoeling werd het kaarsvet weer vast. Het eiwit werd vast bij verhitten en bij afkoelen zag je geen verandering.
Het magnesiumlint en het eiwit zijn blijvend veranderd. Er is een chemische reactie opgetreden.
Bij het kaarsvet zag je een fase verandering. Het kaarsvet ging van vast naar vloeibaar, dus smelten. Een fase verandering is geen chemische reactie.
Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen en er worden nieuwe stoffen gevormd.
De stoffen die verdwijnen, noem je de beginstoffen. De stoffen die ontstaan zijn de reactieproducten.
Van een reactie kun je een reactieschema opschrijven. Voor de pijl staan de beginstoffen, achter de pijl schrijf je de reactieproducten.
Schrijf de reactieschema's van de reacties bij het practicum in je schrift.