Vul de rubric in en geef daarin aan in hoeverre jij de leerdoelen nu al beheerst. Zet hiervan een screenshot in egodact.
| 
 | Beginner | Basis | Kenner | 
| Je kan de vier levenskenmerken benoemen 
 | Je weet nog niet wat de levenskenmerken zijn | Je weet welke levenskenmerken er zijn | Je weet welke levenskenmerken er zijn EN je kan voorbeelden geven voor elk kenmerk | 
| Je kan uitleggen dat organismen uit cellen bestaan 
 | Je vraagt je nog af wat cellen zijn? | Je hebt een idee bij cellen, maar je kan nog niet uitleggen wat het zijn | Je weet wat cellen zijn en je kan beschrijven dat het de bouwstenen zijn voor organismen | 
| Je weet wat organellen zijn en kan vijf voorbeelden noemen | Je hebt nog nooit van organellen gehoord | Je weet waar organellen zitten | Je weet wat organellen zijn en kan vijf voorbeelden geven | 
| Je weet dat DNA zich in de celkern bevind en kan beschrijven hoe DNA de cel beïnvloed | Je kent het woord DNA | Je weet dat DNA erfelijk materiaal is | Je weet dat DNA erfelijk materiaal is en hoe dat een cel beïnvloed |