De massabalans van een ijskap is als een rekenboek voor de ijskap. Het kijkt naar hoeveel sneeuw en ijs erbij komt (dat noemen we aanvoer) en hoeveel er smelt of afbreekt (dat noemen we afvoer). Als er meer ijs bijkomt dan smelt, groeit de ijskap. Maar als er meer ijs smelt dan bijkomt, krimpt de ijskap. Het is dus een manier om te zien of de ijskap groter of kleiner wordt. In zeer koude gebieden is er sprake van rijp en sublimatie. Bij rijp gaat waterdamp direct over naar ijs en bij sublimatie gaat ijs direct van de vaste vorm over naar een gasvorm.
Door de eerdere opdrachten te combineren met de massabalans, zou je een voorspelling kunnen maken welke gebieden van Groenland het kwetsbaarst zijn voor klimaatverandering.