Je maakt de Grammatik Opdrachten in het werkboekje.
Je maakt schrijfopdracht 1
Je logt in op woots.nl en checkt of alles correct ingesteld is.
In de vaste BLoX op woensdag gaan we lezen.
Opdrachten
Grammatik
Je gaat aan de gang met de zelfstandige naamwoorden en de lidwoorden.
In het vorige blok heb je geleerd over zelfstandig naamwoorden en lidwoorden. Je hebt ook geleerd over Duitse lidwoorden der, die en das. Dit is belangrijk, omdat je in het Duits alle zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter schrijft.
Dus alle woorden, waar je der, die of das voor kunt zetten: bijv. der Mann, die Frau, das Kind, das Schönste [=het mooiste], das Wichtigste [= het belangrijkste]
In het Nederlands hebben we de lidwoorden: de, het en een.
In het Duits zijn er (net zoals in het Nederlands) drie geslachten voor (lid)woorden: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Verder zijn er bepaalde lidwoorden (zoals 'de' of 'het' in het Nederlands) en onbepaalde lidwoorden (zoals 'een' in het Nederlands).
Als een woord in het Duits mannelijk is dan is het lidwoord der of ein.
Als een woord in het Duits vrouwelijk is, dan is het lidwoord die of eine.
Als een woord in het Duits onzijdig is, dan is het lidwoord das of ein.
Het is moeilijk te weten of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. Daarom is het belangrijk dat je het lidwoord van de woordjes die je leert ook kent. Er zijn gelukkig wel een paar regeltjes die je kunnen helpen.
Maak in het werkboekje Schrijfvaardigheid + grammatica de opdrachten 1 + 2 onder het kopje Zelfstandig naamwoorden.
Schreiben 1
Situatie: Je bent geïnteresseerd in een baantje bij een skikamp in Oostenrijk. Je hebt een oproep daarvoor op een website gezien en kunt door een korte e-mail in het Duits te schrijven solliciteren naar een baan als begeleider.
Opdracht: Schrijf een korte e-mail in het Duits aan de organisatie van Ski Amadé in Kaiserbrunn (Oostenrijk). Stel jezelf in deze mail voor en vertel waarom je hier wilt werken. Gebruik minimaal 60 woorden. Verwerk onderstaande punten:
aanhef en inleiding (je hebt de oproep voor het skikamp gezien)
stel jezelf voor (naam, leeftijd, woonplaats, hobby's)
vertel iets over jouw school (welke school, welke vakken, welke vervolgopleiding)
vertel iets over jouw eigenschappen en vaardigheden
vertel waarom je interesse hebt
bedenk nog minimaal twee vragen aan de organisatie (bijv. over de reis, het werk, de betaling, waar je kunt wonen...)
afsluiting
Eisen: Let erop dat je aan de onderstaande eisen voldoet:
Je schrijft met pen en op papier - handgeschreven dus.
Je gebruikt AI of Google vertalen alleen om enkele woorden op te zoeken. Gebruik bij voorkeur de woorden of zinnen uit het werkboekje of zoek het in een woordenboek op. Tijdens de toets mag je ook alleen woordenboeken gebruiken en moet je dus weten, hoe die werken.
De schrijfopdracht lever je in voor feedback. Wacht daarmee niet tot Deadline Day, maar lever de opdracht het liefst deze week in.
Kijk bovenaan voor een voorbeeld van een sollicitatiebrief en gebruik de juiste aanhef en afsluiting.
Geachte dames en heren, = Sehr geehrte Damen und Herren, - let op dat je na een witregel met een kleine letter verder gaat.
Ik heb uw oproep op internet gezien. = Ich habe Ihren Aufruf im Internet gesehen.
Bij voorbaat dank! = Vielen Dank im Voraus!
Met vriendelijke groeten, = Mit feundlichen Grüßen - let op dat hier geen komma of punt achter komt.
Hören
Je gaat straks ook een Kijk- en luistertoets maken. Deze toets bestaat altijd uit een audiodeel en een videodeel. In de weken voor SE-week II gaan we verschillende oefentoetsen maken. Je maakt deze in woots.nl. Deze week ga je checken of alles in woots.nl correct is ingesteld en neem de tips door.
Let op tijdens de introductie van de luistertoets. Wanneer je bij de introductie van de luistertoets al goed oplet, weet je in grote lijnen al wat je kunt verwachten van de gesprekken die volgen.
Bekijk vooraf alvast de vraag en de antwoorden. Wanneer je weet welke vraag je moet beantwoorden en wat de mogelijke antwoorden zijn, weet je beter waar je op moet letten tijdens het geluidsfragment.
Luister het hele fragment af. Ook wanneer je denkt het antwoord al te weten, is het verstandig om toch het hele fragment af te luisteren. In luistertoetsen zit nog wel eens een valstrik. Zo kan het maar net zijn dat je aan het einde van het fragment alsnog het goede antwoord hoort.
Houd rekening met veelvoorkomende vragen. De meeste luistertoetsen bevatten vaak dezelfde soort vragen. Oefen daarom met oude luistertoetsen en bekijk welke vragen steeds terugkomen. Vaak zijn dit vragen als: “Hoe reageert spreker A op spreker B?”, of “Wat vindt spreker A van iets?”.
Leer signaalwoorden uit je hoofd. Naast dat deze woorden vaak voorkomen in fragmenten, helpen ze je ook om verbanden te leggen tussen dingen die besproken worden in de fragmenten.
Oefen met radiofragmenten, podcasts, tv, muziek of YouTube. Een van de beste tips is om veel te oefenen met de taal waarvoor je de luistertoets hebt. Door veel te luisteren, wordt het verstaan en begrijpen makkelijker.
Oefen met meerkeuze vragen. Tijdens een luistertoets krijg je bijna altijd meerkeuze vragen. Hierbij lijken er vaak 2 antwoorden op elkaar. Zorg dus dat je hiermee oefent, zodat je tijdens de toets niet in de war raakt van de vragen en antwoorden.
Leer zo goed mogelijk je woordjes. Hoe groter je woordenschat, hoe meer kans dat je grote delen van een gesprek kunt begrijpen.
Blijf niet hangen bij een vraag. Sla de vraag over als je hem echt niet weet of vul gewoon wat in. Wanneer je blijft hangen, ga je achterlopen op de volgende fragmenten en let je niet meer goed op.
Probeer je te concentreren en focussen op de geluidsfragmenten. Sluit desnoods je ogen als je zo minder snel afgeleid bent. Wanneer je naar andere klasgenoten kijkt, raak je vaak afgeleid. Of erger nog… je moet lachen. Zo raak je je focus kwijt en hoor je niet goed wat er gezegd wordt.
Lesen "Fette Ferien"
We lezen samen hoofdstuk 1 en zo mogelijk een deel van hoofdstuk 2. Gebruik de woordenlijst en maak tijdens en na het lezen aantekeningen over de personen, die we leren kennen.