In de context van biologie en geneeskunde zijn virussen microscopisch kleine deeltjes die bestaan uit genetisch materiaal (DNA of RNA) omgeven door een eiwitmantel. Virussen worden beschouwd als parasieten omdat ze zich alleen kunnen vermenigvuldigen binnen levende gastheercellen. Ze worden vaak geassocieerd met ziekten bij zowel dieren als mensen.
Ieder mens komt voortdurend in contact met mogelijke ziekteverwekkers zoals virussen. Door de afweer van het lichaam leidt dat maar zelden tot een infectie.
De meeste virussen worden tegengehouden door huid of slijmvliezen. Soms dringt het virus verder het lichaam binnen en spreken we van een infectie. Dan komt de afweer in actie om verdere verspreiding tegen te gaan: witte bloedlichaampjes, afweercellen en lymfeklieren helpen daar bij. Als het virus zich verder uitbreidt, kunt je klachten krijgen.
Je lichaam reageert op de indringer met een ontstekingsreactie. De stoffen die daarbij vrijkomen, geven ziekteverschijnselen. De verschijnselen hangen af van de eigenschappen van het virus en het lichaamsdeel of orgaan waarvoor het virus voorkeur heeft.
Verschil tussen bacterien en virussen:
Bronvermelding:
Apotheek.nl. (z.d.). https://www.apotheek.nl/klachten-ziektes/infecties-met-virussen#wat-is-infecties-met-virussen geraadpleegd op, 14 november 2023