2.5 Botverbindingen

Botverbindingen zitten op alle plaatsen waar twee botten contact maken met elkaar. De bouw en de structuur van de botverbinding (junctura) bepalen op welke manier de botten ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Als bewegingen niet gewenst zijn, dan is de botverbinding heel sterk en nauwelijks beweeglijk, bijvoorbeeld de naden tussen de schedelbeenderen. Als er juist wel bewegingen nodig zijn, bestaat de botverbinding uit een gewricht, bijvoorbeel het schoudergewricht of het heupgewricht.

We onderscheiden drie soorten botverbindingen;

  1. bindweefselverbindingen
  2. kraakbeenverbindingen
  3. gewrichten

De drie soorten botverbindingen zijn: bindweefselverbindingen, kraakbeenverbindingen en gewrichten.

Een bindweefselverbinding (geen beweeglijkheid) bestaat uit collagene en elastische vezels. Functies; stevigheid, stabiliteit en aanhechting van de spieren.

Een kraakbeenverbinding (geringe beweeglijkheid) bestaat uit hyalien of uit vezelig kraakbeen. Functies; vormvastigheid en stevigheid.

Een gewricht (veel beweeglijkheid) bestaat uit botuiteinden (kop en kom), omgeven door gewrichtskaspels en banden. Kop en kom zijn bedekt met een hyalien kraakbeen. Synovia in de gewrichtsholte bevordert soepele bewegingen van het gewricht. Functie; beweging.

Indeling van gewrichten