Mening, argument en conclusie

Feit, mening, argument en conclusie:

Feit

Een feit is een uitspraak die controleerbaar is. Het is waar of niet waar. Bijvoorbeeld:

'De helft van veertienjarigen krijgt vijftig euro kleedgeld per maand'. Je kunt dit controleren, bijvoorbeeld bij het NIBUD of een andere instantie.

Mening

Een mening is niet controleerbaar. Het is een uitspraak die weergeeft wat iemand vindt. Bijvoorbeeld: 'Ik vind het prima dat jongeren kleedgeld krijgen.'

Argument

Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt. Feitelijke argumenten zijn sterker dan argumenten die niet controleerbaar zijn. Voorbeeld: 'Ik vind het prima dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren ze goed met geld omgaan (argument).

Conclusie

In een conclusie vat je kort de belangrijkste mening en argumenten samen. Je doet dit door signaalwoorden als 'dus, concluderen, kortom, dat betekent...' te gebruiken.

Voorbeeld: 'Het is dus goed dat jongeren kleedgeld krijgen, want dan leren ze goed met geld omgaan.'

(Bron: Gids Nederlands, LessonUp)

Kijk ook het volgende filmpje en noteer de belangrijkste begrippen met een voorbeeld.