Leerlingtekst 1

Tekst 1

Dialecten

Nederland kent veel dialecten, de belangrijkste zijn het Fries, Limburgs, Zeeuws, Nedersaksisch en Brabants. Maar het dialect is aan het verdwijnen, dat word al lange tijd gezegd en is uit onderzoek gebleken. Tussen 1995 en 2003 is het aantal ouders en kinderen dat dialect sprak in Nederland flink gedaald. Vaak spreken alleen nog ouderen een dialect. Zo verdwijnen ook ouderwetse woorden uit de Nederlandse taal om plaats te maken voor Engelse leenwoorden. Maar het is niet zo dat heel Nederland nu al hetzelfde Algemeen Nederlands spreekt.

Dialecten die typerend zijn voor een dorp of stad gaan steeds meer op het Algemeen Nederlands lijken. Daardoor krijg je in plaats van dorps gebonden dialecten regionale dialecten. Daardoor krijg je een soort tussenvormen tussen dialect en algemeen Nederlands. Mensen uit een bepaalde regio zijn dus vaak te herkennen aan een bepaalde woordenschat of accent.

Jongeren uit grote steden zeggen bijna altijd geen dialect te spreken. Maar toch gebruiken ook jongeren woorden of zinsopbouw die typerend is voor de stad waar ze vandaan komen of hun achtergrond.

Het dialect is dus aan het verdwijnen. Maar waarschijnlijk komen er nieuwe dingen voor terug waaraan je kunt herkennen waar iemand vandaan komt. En zal je nog lang het verschil blijven horen tussen een Fries en een Limburger.