GDOP en HDOP

Wanneer ik een peiling tussen twee punten aan de wal neem en de hoek tussen die twee punten is heel klein krijg ik een groot snijpuntgebied waar ik allemaal op kan zitten.
Bij 90º krijg ik een stip als snijpunt.

Zoiets is GDOP ook.
(Geopgraphical Dilution of Precision Letterlijk Geofrafische verdunning van precisie.)
Dus in hoeverre wordt de betrouwbaarheid van de MWS "verdund" tgv waar de satellieten in de lucht hangen.

Ideaal is dat er drie satellieten onder een hoek tussen de 30 en 90° van elkaar hangen met een vierde satelliet recht boven de ontvanger.
En hoe meer satellieten die 90° hoekjes met elkaar kunnen maken, hoe beter de GDOP.

Kijken we alleen naar de horizontale verdeling dan kijken we naar de  HDOP. (Horizontal Dilution Of Precision).

Al deze nauwkeurigheidswaarden kunnen we bij elkaar vegen en dan krijgen we een meetunit voor de totale nauwkeurigheid: het R95 getal.
Die moet zo hoog mogelijk zijn.

We krijgen op het aardoppervlak een positiecirkel met als middelpunt de MWS.
R95 wil dan zeggen dat de kans dat de positie hetzelfde is als de MWS 95% is
Dus maar 5% kans dat het ergens anders is.

 

Nu komt er toch een formulletje die we even moeten aanstippen.

R95 ≈ 16 X HDOP

De GPS ontvanger geeft de HDOP aan. (kun je in het menu vinden)
Stel dat de HDOP 1,5 aangeeft.
16 x 1,5 = 24 meter
.

In de praktijk moet de HDOP kleiner dan 4 zijn op een betrouwbare positie te geven.
Wordt de HDOP te groot (> 10) dan geeft de ontvanger alarm.
Met een HDOP tussen 4-10 is de betrouwbaarheid nog werkbaar, maar boven de 10 schakelt de unit zichzelf uit en gaat over op Dead Reckoning.

Het kan dus zijn dat de GDOP prima is en de HDOP juist niet.

In onderstaande afbeelding is de GDOP van alle satellieten en tov de ontvangstantenne overal 90°.
Maar de HDOP gaat nergens over. Dit signaal is onbruikbaar.