De meting

De snelheid van een elektromagnetisch signaal is 300.000 km/s.
De hoogte van de satelliet is 20.000 km.

Het signaal zal er dus 20.000 / 300.000 = 0,07 seconden over doen om op aarde te komen.
Dat is dan tot een plek op aarde die bij die satelliet vooraf bekend is.
Laten we als voorbeeld zeggen dat dat  is op het snijpunt van de Greenwichmeridiaan en de Equator.
En we zeggen dat de sat zich ook boven dat punt bevindt.


Is de positie van ons schip niet op die plek dan zal het signaal er langer of korter over doen dan die 0,07 sec.
En dat is een maat voor de positie.

Het mooie is nu dat de GPS niet een plat vlak als positiecirkel stuurt, maar een bol.
Zeg maar een ballon die zich met een snelheid van 300.000 km/s opblaast.
En zodra ballonnetje één begonnen is met zich op te blazen begint ballon twee zich ook meteen op te blazen.
Er vormt zich dus een bol met allemaal laagjes, als de lagen van een ui.
Zodoende zijn er altijd wel drie lagen, uit drie van die balonnen die elkaar kruisen en kan er een Meest Waarschijnlijke Standplaats (MWS) samengesteld worden.


Je krijgt dus een snijvlak van drie bollen ipv drie cirkels.
En zodoende kunnen we ook de hoogte van de antenne bepalen.
Voor ons niet zo belangrijk, maar uiteraard wel voor de luchtvaart.