Present Continuous: ontkennende en vragende zinnen

Bevestigende zinnen (Affirmative):

Voorbeelden:

Ontkennende zinnen (Negative):

Voorbeelden:

Vragende zinnen (Interrogative):

Voorbeelden:

Om de vorm van het werkwoord "to be" in de tegenwoordige tijd correct te kiezen, let je op het onderwerp van de zin:

Bij het stellen van vragen kun je ook vraagwoorden toevoegen, zoals "what," "where," "when," "why," en "how," voor het werkwoord, om meer informatie te verkrijgen:

Dit is de basisstructuur van de present continuous tense in bevestigende, ontkennende en vragende zinnen. Je kan deze structuur gebruiken om acties en gebeurtenissen in het heden te beschrijven.

uitleg video deel 2 https://www.youtube.com/watch?v=U6MtWL6H9eM

Blooket Present Continuous