De tweede set ontwerpprincipes gaan over het coachen van studenten tijden het process door een docent of onderwijsassistent. Dit in contrast met de meer gebruikelijke manier waar de docent de inhoudelijk expert is. De meeste van onze vakken hebben een docentenhandleiding gemaakt om zowel wat de student zou moeten ervaren als hoe de docent hen moet aansturen duidelijk te maken. Het process coachen houdt in dat de docent de studenten coached op:
Weten hoeveel tijd er is, zodanig dat:
De planning/beschikbare tijd in het oog gehouden wordt
Gereflecteerd wordt op wat ze in de beschikbare tijd kunnen bereiken
Rekening gehouden wordt met de beschiknbaarheid van het lab of de materialen.
Het kunnen behalen van de toetsing van het vak, waarin zijn opgenomen:
Presentaties
Tussentoetsen, verslagen en producten
Op te leveren producten.
Autonoom werken, wat betekent dat ze:
Zelfregulerend leren
Samenwerken
Feedback krijgen van elkaar en intervisie o.l.v. de coach