Water in de grond

Inleiding

Water is een belangrijke groeivoorwaarde voor planten. Vooral in tijden van droogte zie je dat de planten heel heftig op een tekort aan water reageren. Maar wist je dat ongeveer 90% van het water dat een plant opneemt, ook weer verdampt?

Waarvoor hebben planten dan eigenlijk zoveel water nodig?

Al de neerslag die op de bodem valt zakt voor een groot gedeelte de grond in. In de bodem zitten lagen en wanneer dit water op een ondoordringbare laag stuit ontstaat een grondwaterlaag. Hoe diep deze laag zit wisselt per regio en is ook afhankelijk van de hoeveelheid neerslag.

De waterhuishouding van de bodem hangt dan ook voor een groot gedeelte af van de stand van dit grondwater. Te diep en het terrein is droogtegevoelig, te ondiep en je hebt wateroverlast.

water in de bodem.pptx

Grondwaterprofiel of hangwaterprofiel?

Water is een groeivoorwaarde voor alle planten. De beschikbaarheid van water bepaald in grote mate welke planten je kan toepassen en welke ondersteuning je hierbij moet bieden.

Wanneer de planten met hun wortels bij het grondwater kunnen noemen we een dergelijke groeiplaats een grondwaterprofiel. Ze hebben ze een bron van water, zowel in het voorjaar als in de zomer en het najaar. Vaak, echter, zit het grondwater te diep. In een dergelijke groeiplaats moeten de wortels het hebben van het water dat na elke regenbui (of beregening) blijft hangen in de bovenlaag. Zo'n groeiplaats noemen we een hangwaterprofiel. Omdat de grondwaterspiegel van de winter naar de zomer daalt, kan het ook zijn dat de wortels in het voorjaar nog bij het grondwater kunnen maar in de zomer niet meer. Dit noemen we een contactprofiel.

Als je heel precies wilt vaststellen kan je de kritieke stijghoogte berekenen:

We kunnen het gelukkig ook bij benadering bepalen (er van uitgaande dat het profiel homogeen is en er geen storende lagen e.d. zijn).

Stap 1. Bepaal de GVG en de GLG. Dit kan je op een bodemkaart opzoeken maar moet je ook altijd middels een veldonderzoek staven.

Stap 2. Bepaal de grondsoort. Ook hier geld weer, dit kan je op een bodemkaart opzoeken maar moet je ook altijd middels een veldonderzoek staven.

Stap 3. Bepaal de capillaire opstijging welke bij deze grondsoort past. Gebruik hierbij onderstaande tabel:

Stap 4. Tel de capillaire opstijging bij de GVG op en bepaal de diepte vanaf waar het grondwater bereikbaar is.

Stap 5. Tel de capillaire opstijging bij de GLG op en bepaal de diepte vanaf waar het grondwater bereikbaar is.

Als het profiel geen belemmeringen heeft, reiken de wortels van kruidachtige planten tot ongeveer 90 cm diepte en van houtige planten tot ongeveer 130 cm diepte.

Wanneer je beplanting in de zomer het grondwater kan bereiken heb je te maken met een grondwaterprofiel. Wanneer je beplanting alleen in het voorjaar het grondwater kan bereiken is het een contactprofiel. Wanneer je beplanting zowel in het voorjaar als in de zomer niet bij het grondwater kan, heb je te maken met een  hangwaterprofiel.