Er zijn twee verschillende soorten wederkerende werkwoorden:
Verplichte wederkerende werkwoorden
Hier moet je een wederkerend voornaamwoord schrijven, omdat de zin anders niet klopt.
Denk aan: 'vergissen' of 'gedragen'
'Ik vergis de buren' of 'Hij gedraagt zijn hond' kloppen niet, je kan namelijk niet een iets of iemand anders vergissen of gedragen.
'Ik vergis me' en 'hij gedraagt zich' kloppen wel.
________________________________________________________________________________
Toevallig wederkerende werkwoorden
Hier mag je een wederkerend voornaamwoord schrijven, zonder wed.vnw kan de zin ook kloppen.
Denk aan de werkwoorden 'wassen' of 'vermaken'.
'Ik vermaak de buren' of 'Hij wast zijn auto" kloppen, er mag dus een wederkerend voornaamwoord gebruikt worden.
________________________________________________________________________________
Door een simpel trucje kan je ervoor zorgen dat je dit bijna altijd goed hebt:
Kan je het wed.vnw vervangen door de jongen of het meisje?
Ja --> toevallig wederkerend werkwoord.
Nee --> verplicht wederkerend werkwoord.
________________________________________________________________________________
Voorbeeld:
'Ik vermaak me wel hoor!'
Kan ik het wed.vnw vervangen door 'de jongen'?
'Ik vermaak de jongen wel hoor!'
Ja, je kan ook iemand anders vermaken --> toevallig wederkerend werkwoord.
________________________________________________________________________________
Maak de onderstaande opdracht: