Geef per proef aan welk type mengsel je hebt gemaakt.
Wat is het effect van het verwarmen en koelen bij proef 1?
Is het zetmeel bij proef 2 moleculair of corpusculair verdeeld? Gebruik het theoriedictaat of internet om op te zoeken wat wordt bedoeld met moleculair of corpusculair.
Wat is het effect van de mosterd bij proef 3? Hoe wordt een dergelijke stof ook wel genoemd?
Wat gebeurt er wanneer je een stuk metaal boven de waterkoker houd?
Wat is het effect van de roersnelheid op het mengen bij proef 5?
Uitwerking:
Beantwoord de bovenstaande vragen en zorg dat alle waarnemingen en foto's in de uitwerking staan.
Vergelijk je waarnemingen en foto's met elkaar, zijn er verschillen te zien? Verklaar in de conclusie waardoor dit kan komen.