Na thuiskomst uit het ziekenhuis is de situatie van dhr. van Delden in korte tijd snel verslechterd. Dhr. is gedesoriënteerd in tijd, plaats en persoon. Ook fysiek is dhr. achteruit gegaan. Hij heeft last van wondjes in zijn mond ten gevolge van het verwaarlozen van zijn gebit. Hij was al geen goede eter, maar eet nu nog moeizamer. Slikken lukt bijna niet meer. Dhr. ligt veel op bed, ook dit brengt de nodige risico’s met zich mee. Tien dagen geleden heeft hij zich flink verslikt. Sinds een week is hij zeer onrustig, ligt te woelen in bed. Daarbij blijkt hij ook koorts te hebben. De huisarts heeft de diagnose pneumonie gesteld. Het slikken van antibiotica gaat niet meer. Gezien zijn sterke achteruitgang en het feit dat het slikken van antibiotica (net als eten) bijna niet meer lukt, is in overleg met de familie besloten om dhr. niet meer te behandelen. De huisarts heeft vastgesteld dat dhr. in de laatste levensfase is gekomen en hij nog een levensverwachting van enkele dagen heeft.