Onderbouwing competenties en handelingsindicatoren

De kern van het beroepsprofiel van de  BMT’er ligt in de competenties Experimenteren en Ontwikkelen, waarbij ontwerpen, testen, valideren en verbeteren centraal staan voor een biomedisch productontwikkelaar. Daarom voltooien studenten Biomedische Technologie aan de HvA deze competenties op niveau III.

Het uitvoeren van Onderzoeken wordt afgesloten op niveau II, omdat een BMT’er op de werkvloer nog  niet zelfstandig een volledig onderzoek zal opzetten en uitvoeren, maar eerder in samenwerking met een opdrachtgever of team. Deze onderzoeken dienen ter ondersteuning van productontwikkeling of productvalidatie.

Daarnaast moet een BMT’er in staat zijn om proactief en gestructureerd advies en werkwijzen over te  brengen aan opdrachtgevers en samenwerkingspartners uit diverse vakgebieden en op verschillende niveaus. Daarom worden Instrueren en Adviseren afgesloten op niveau II.

Vanwege de snel evoluerende beroepsomgeving is het essentieel dat de afgestudeerde er zijn eigen functioneren en ontwikkeling kan aansturen en op de hoogte blijft van de nieuwste ontwikkelingen binnen zijn vakgebied. Daarom wordt de competentie Zelfsturing afgesloten op niveau II.

Een afgestudeerde student heeft kennis van diverse (medische) kwaliteitssystemen en kan beoordelen of een product aan de gestelde eisen voldoet. De beheersystemen genoemd die horen bij de competentie Beheren  verwijzen naar de kwaliteitssystemen waaraan een product moet voldoen, zonder betrokken te zijn bij het opstellen ervan. Deze competentie wordt afgesloten op niveau I.

Aangezien een startende professional niet direct in een leidinggevende rol zal beginnen, wordt de competentie Leidinggeven eveneens afgesloten op niveau I.