Toetsprogramma Biomedische Technologie

De toetsvormen die het eindniveau van de bacheloropleiding Biomedische Technologie toetsen, worden opgebouwd door de toetsvormen in de eerdere studiejaren.

In elke fase van de opleiding wordt een geschikte combinatie van toetsvormen gebruikt.

Opbouw toetsprogramma

Het toetsprogramma van de opleiding is zorgvuldig opgebouwd om studenten geleidelijk aan steeds complexere opdrachten te laten uitvoeren. Gedurende de hele opleiding krijgen studenten regelmatig de gelegenheid om de benodigde kennis, vaardigheden en professionele houding te oefenen en te ontwikkelen die relevant zijn voor hun toekomstige beroep.

In de propedeuse en de hoofdfase van de opleiding vinden verschillende vormen van beoordeling plaats. De propedeuse toetst niet alleen de kennisbasis, maar ook de toepassing daarvan in beroepsmatige contexten. Dit helpt bij het selecteren van geschikte studenten voor de opleiding. De hoofdfase richt zich op het bekrachtigen van het leerproces van studenten, waarbij de nadruk verschuift naar het integraal toetsen van beroepsmatig handelen en beroepsproducten.

Het afstudeerprogramma in het vierde jaar is sterk gericht op authentieke beroepsopdrachten en het verantwoorden van theoretische en methodische keuzes. Hier worden alle leerresultaten op eindniveau getoetst, wat aantoont dat de student startbekwaam is als biomedische technoloog en in staat is om relevante conceptuele kaders op een adequate manier toe te passen.