Wanneer een voorwerp regelmatig is, zoals een kubus of balk, kun je het volume berekenen uit de afmetingen.
Voor het rekenen aan een balk gebruik je de volgende formule:
Volume = lengte x breedte x hoogte
Van onregelmatige voorwerpen, zoals een steen, kun je het volume niet berekenen uit de afmetingen. Het volume moet anders bepaald worden. Hiervoor wordt de onderdompelingsmethode gebruikt.
Wanneer een maatcilinder voor een deel gevuld is met water, zal de hoogte van het water toenemen wanneer er bijvoorbeeld een steentje in wordt gegooid. De hoeveelheid die het water stijgt in de maatcilinder komt overeen met het volume van het steentje.
Stel het waterniveau in de maatcilinder ligt op 50,0 ml en je gooit er een steentje in. Nu ligt de waterhoogte op 59,0 ml. Dan is het volume van de steen het verschil tussen de twee volumes:
59,0 – 50,0 = 90 ml.