Het ontstaan van het leven op aarde begon heel lang geleden. We reizen terug na een tijd voor zuurstof. Een tijd waarin de aarde bedekt was met magma, vulkanen en kokende oceanen. Het was het einde van het hadeïcum en het begin van het archeïcum. De aarde was nog jong en er waren geen planten, dieren of mensen. Tot er plots iets speciaals gebeurde. Moleculen begonnen aan elkaar te klonteren en vormden complexere moleculen. Deze werkte samen en creëerde de bouwstenen van het leven, waaronder een van de belangrijkste DNA.
Na een verloop van tijd kwamen er steeds meer willekeurige chemische reacties. Deze waren beïnvloed door verschillende energiebronnen waaronder vulkanen, bliksem en zonlicht. Door deze reacties kwamen er complexere en zelfreplicerende moleculen en in de loop van miljoenen jaren werden deze moleculen de eerste eenvoudige cellen.
Al waren de cellen primitief, ze hadden de vaardigheid om zich te vermenigvuldigen. Hierdoor konden ze zich aanpassen en werden ze geavanceerde levensvormen zoals planten, dieren en uiteindelijk mensen. Dit hele proces leidde tot de diversiteit van leven die we nu zien.