De VOC had het monopolie gekreken, het alleenrecht om te mogen handelen in Zuidoost-Aziƫ. Dat betekende dat anderen hier geen handel mochten drijven. Dat monopolie werd niet altijd op een vredige manier verkregen. De Portugezen en Engelsen die ook in deze gebieden handel dreven werden vaak verjaagd. De VOC had het recht geweld te gebruiken om gebieden te veroveren. Ook de concurrenten gebruikten regelmatig geweld tegen de VOC. Ter verdediging stichtten zij factorijen. Dat zijn een soort forten om handelsgebieden te beschermen. De VOC werd geleid door een gouverneur-generaal. Het hoofdkwartier van de VOC stond in Batavia op Java. Het werd het grootste bedrijf ter wereld met meer dan 20.000 werknemers.
Maak na het lezen van de tekst onderstaande opdracht.
Klik nu rechtsonder op je beeldscherm op het pijltje naar rechts om door te gaan. Lees daarna eerst de tekst.