Lernziel: Ik ken de lidwoorden van de/het in het Duits.
In het Duits bestaan er in plaats van de/het drie verschillende vormen. Dit zijn:
Lernziel: Ik kan stap 1 van het stappenplan bij der/die/das toepassen.
Stap 1: Als een woord in het Duits eindigt op -chen of -lein = het woord altijd onzijdig.
(Dit komt omdat al deze woorden verkleinwoorden zijn in het Duits. In het Nederlands zeggen wij altijd het voor verkleinwoorden. In het Nederlands zijn ze dus ook onzijdig.)
Lernziel: Ik kan stap 2 van het stappenplan bij der/die/das toepassen.
Sommige woorden zijn bij voorbaat al mannelijk of vrouwelijk in het Duits.
Alle personen en dieren zijn bij voorbaat mannelijk:
Tenzij de persoon of dier eindigt op -in. Dan is het woord vrouwelijk:
Lernziel: Ik kan stap 4 van het stappenplan bij der/die/das toepassen.
In het Duits zijn er een hele hoop woorden die eindigen op een specifiek aantal woorden. Mocht dit het geval zijn, dan zijn deze woorden altijd vrouwelijk:
Lernziel: Ik kan stap 4 van het stappenplan bij der/die/das toepassen.
In het Duits zijn er een hele hoop woorden die eindigen op één -e. Deze woorden zijn meestal vrouwelijk. Er zijn enkele uitzonderingen.
Uitzonderingen zijn:
Lernziel: Ik kan Stap 5 van het stappenplan bij der/die/das toepassen.
In het Duits zijn een aantal woordengroepen die bij elkaar horen en altijd mannelijk zijn. (tenzij zie voorgaande stappen.)
Lernziel: Ik kan stap 6 van het stappenplan bij der/die/das toepassen.
In het Duits zijn een hele hoopwoorden waar wij in het Nederlands het voor zetten onzijdig.
Denk bijv. aan het boek, het hotel. Dit geldt niet voor alle woorden, zie namelijk voorgaande stappen.
Lernziel: Ik kan een naar het Duits vertalen.
We hebben bij de voorgaande fases gezien hoe je kunt achterhalen of een woord mannelijk / vrouwelijk / onzijdig is. Dit bepaalde of je der / die / das moest gebruiken. Bij Fase 8 gaan we het hebben over de vertaling van een en hoe je die in het Duits toepast.
mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | meervoud |
ein | eine | ein | (k)eine |
Hierboven staan de verschillende vormen van ein per vorm van het woord.
Houdt rekening met de meervoudsvorm. Je kan namelijk een daarvoor niet gebruiken. Wel keine, wat geen betekent. Of bijvoorbeeld een van de vormen van de Possessivpronomen. (Zie Possessivpronomen Fase 2)