Een mengsel bestaat uit verschillende stoffen. Wil je maar één stof uit een mengsel hebben, dan zal je het mengsel moeten scheiden. Na afloop heb je dan de zuivere stoffen in handen waaruit het oorspronkelijke mengsel was samengesteld. Hierbij veranderen de stoffen niet. Bij het scheiden van een mengsel ben je dus bezig met het sorteren van de moleculen.
De stoffen waaruit een mengsel bestaat, verschillen in een aantal stofeigenschappen. Van deze verschillen kun je gebruikmaken om een mengsel te scheiden.
We gaan in de komende lessen 8 scheidingsmethoden behandelen.