Spotprenten en antisemitisme:
Met de opkomst van de drukkunst werd het mogelijk om tekeningen en cartoons op grote schaal te verspreiden.
"Een beeld heeft een veel groter effect dan een boek, want dat moeten mensen helemaal lezen. Van een beeld ben je meteen onder de indruk zonder dat je verder moet nadenken. Toon je een beeld waarin de Jood een rat is, dan is dat gemakkelijk te begrijpen. Dit soort beelden tonen niet de werkelijkheid'.
Niet enkel de Duitsers hebben spotprenten van de Joden gemaakt. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben tegenstanders van de nazi's duizenden spotprenten gemaakt. In landen die niet door de nazi's waren bezet werden deze geprint en publiceerd in kranten en tijdschriften. In de bezette landen werden ze stiekem verspreid. Als je zo'n spotprent bekijkt weet je meestal snel wat de tekenaar over de nazi's denkt. De tekenaar gebruikt enkele symbolen om het je makkelijk te maken of overdrijft een aantal dingen.
Wat is antisemitisme?
Vanaf het laatste kwart van de 19de eeuw neemt het antisemitisme in Europa een hoge vlucht. In verschillende landen zien nieuwe politieke partijen het daglicht met een anti-Joods programma. De beweging wint aan belang tijdens de jaren 30. De zware economische crisis gaat gepaard met een grote vluchtelingenstroom van Oost-Europese Joden naar het westen. Men beschouwt Joodse immigranten als ongewenste concurrenten op de arbeidsmarkt die het werk van de lokale bevolking zouden afnemen.
Het stereotype dat joden associeert met geld en financiƫle hebzucht (hebberigheid) begon al eeuwen geleden. In middeleeuwse gemeenschappen zag men joden als minderwaardig. Ze mochten sommige beroepen niet uitoefenen en moesten gedwongen handel en andere onpopulaire economische activiteiten uitoefenen, zoals geld lenen. Het beeld van joden als hebzuchtig en kwaadaardig werd sterker door de Kerk, die de minderwaardigheid van joden wilde bewijzen. Dat deed de Kerk door bijvoorbeeld enkele negatieve karakters uit de Bijbel te nemen en ze te gebruiken als symbool van de joden, terwijl de positieve figuren voorlopers van het christendom voorstelden.
Het stereotype ontwikkelde zich in de moderne tijd verder en was soms tegenstrijdig. Na de ontwikkeling van de handel associeerde men joden met zowel machtige bankiers als met bedelaars.
Vanaf 1919 speelt Hitlers Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij in op dit sterker wordende antisemitisme. Wanneer de nazipartij in 1933 aan de macht komt, lanceert deze racistische wetgevingen, onder meer ten nadele van Joden. Hitler pleit uiteindelijk voor een volledige verwijdering van de Joden uit Duitsland. Om dit te bereiken, zet hij massaal in op antisemitische propaganda, die zoveel mogelijk Duitsers achter dit idee moet verzamelen.