Onderwijsleergesprek: Voorlichting, advies en instructie
- Geef je weleens voorlichting aan cliënten, familie en/of collega's? Kun je voorbeelden geven?
- Aan wie heb je welke voorlichting gegeven?
- Waarom gaf je die voorlichting?
- Hoe heb je de voorlichting gegeven?
- Geef je weleens advies aan cliënten, familie en/of collega's? Kun je voorbeelden geven?
- Aan wie heb je welk advies gegeven?
- Waarom gaf je het advies aan deze persoon?
- Wat heeft de persoon gedaan met het advies?
- Geef je weleens instructie aan cliënten, familie en/of collega's? Kun je voorbeelden geven?
- Aan wie heb je welke instructie gegeven?
- Wat was het doel?
- Hoe heb je de instructie gegeven?