Mycotoxinen in veevoer worden geproduceerd door schimmels. Deze gifstoffen veroorzaken in de varkenshouderij schade in de vorm van groeiachterstand, vruchtbaarheidsproblemen en een verminderde weerstand. Met name na slechte oogstjaren zien we de problemen toenemen. Bij verdenking van een mycotoxine-probleem kan laboratoriumonderzoek van voer de diagnose bevestigen.
Mycotoxinen (bron: www.gddeventer.com)
Mycotoxinen worden gevormd door schimmels. Deze gifstoffen zijn zeer stabiel en doorstaan het persen van mengvoer. Schimmelgroei treedt op onder vochtige, zuurstofrijke omstandigheden. Afhankelijk van het soort schimmel is groei mogelijk van -2º C tot 30º C. Schimmelvorming kan tijdens de groei van het gewas (gras, granen) en/of tijdens de opslag (silage, stro, bijproducten) optreden. Het voeder kan bij afwezigheid van schimmels toch mycotoxinen bevatten. De kans op intoxicatie met mycotoxinen neemt toe omdat steeds vaker inheems verbouwde granen, maïs en bijproducten worden gevoerd en steeds vaker stro als strooisel wordt gebruikt.
Verschijnselen
Mycotoxine-intoxicaties uiten zich vaak in verminderde technische resultaten en verhoogde gevoeligheid voor infectieziekten. Bepaalde door schimmels geproduceerde neurotoxinen doen de beweeglijkheid en agressiviteit van varkens toenemen. Vaak zijn gelijktijdig verschillende toxinen (in lage concentraties) aanwezig, wat tot aspecifieke verschijnselen kan leiden.
Mycotoxinen, gevolgen en risicoproducten
Diagnostiek
De diagnose mycotoxine-intoxicatie is lastig te stellen. Vaak is de verontreinigde partij al vervoederd. Bovendien zijn toxinen niet altijd gelijk over de partij verdeeld. Verdacht voer kan voor onderzoek naar de GD worden gezonden. De kosten voor onderzoek op mycotoxinen kunt u vinden in het tarievenoverzicht. Het onderzoek (LC-MS onderzoek) wordt uitgevoerd op een extern laboratorium.
Preventie
De volgende preventieve maatregelen worden aanbevolen:
- geen verdacht voer of strooisel verstrekken
- voedermiddelen die niet afkomstig zijn van de veevoederindustrie laten
onderzoeken op de meest gangbare toxinen (bijvoorbeeld zearalenon en DON)
- zes maal per jaar silo’s reinigen
- voer en strooisel onder droge condities opslaan
- zorgen dat natte opgeslagen producten zo weinig mogelijk in contact komen met
zuurstof (smalle kuilen) schimmelgroei tegengaan met behulp van organische
zuren, bijvoorbeeld propionzuur mycotoxinebindende producten aan het voer
toevoegen.
Mycotoxinen in de zeugenhouderij; een gevaar?