Decimale getallen optellen - Voorbeeld 1

Optelsommen met decimale getallen kan je het beste onder elkaar uitrekenen met het stappenplan wat je eerder bij thema 1 Basisrekenen hebt gebruikt. Neem de voorbeeldsommen hieronder over in je schrift en voer de stappen hieronder ook zelf uit in je schrift. Dan onthoud je ze beter. 

Voorbeeld:

 

a.

Zet de getallen onder elkaar.
Zorg ervoor dat de getallen aan de rechterkant precies onder elkaar staan.
Noteer de waarde van de cijfers erbij: Voor de komma D = duizendtallen, H = honderdtallen, T = tientallen en E = eenheden en achter de komma t = tienden en h = honderdsten.


b.

Werk van rechts naar links, dus begin met de honderdsten.  
In dit geval is (dus eigenlijk 6 honderdsten).
Deze noteer je onder de streep.


c.

Tel dan de tienden bij elkaar op.
In dit geval . Deze noteer je weer onder de streep. Zet ook de komma voor de tienden!


d.

Tel nu de eenheden bij elkaar op.
Nu volgen de stappen die je al kent. Dus de eenheden. Dat is . Het getal bestaat uit eenheden en tiental. De van de eenheden zet je onder de streep bij de eenheden en de van de tientallen zet je klein boven de tientallen, zodat je niet vergeet die straks mee op te tellen.  
Dit noem je de onthouden


e.

Tel daarna de tientallen bij elkaar op.
In dit geval dus .
Omdat het tientallen zijn is het dus eigenlijk .
De zet je weer onder de streep, maar nu dus bij de tientallen, want deze is waard.

f.

Tel dan de honderdtallen bij elkaar op.
In dit geval is het makkelijk, want er is maar honderdtal en hoef je er niks bij op te tellen. Dus de zet je nu onder de streep bij de honderdtallen, want de is honderd waard.

g.

Tel dan de duizendtallen bij elkaar op.
Er zijn geen duizendtallen, dus we zijn al klaar!
Het antwoord is .