Doel:
Alles om ons heen bestaat uit stoffen. Je kunt deze indelen in twee soorten stoffen. Je hebt de zuivere stoffen en de mengsels.
Zuivere stoffen kan je niet scheiden. Het bestaat maar uit één soort molecuul. Neem bijvoorbeeld zuiver goud bestaat alleen maar uit goudmoleculen. Ook zout bestaat uit alleen maar uit zoutmoleculen en is een zuivere stof.
Opdracht 11: Noem nog 5 andere zuivere stoffen.
Als je twee zuivere stoffen bij elkaar doet dan krijg je een mengsel. Een mengsel kan je wel scheiden. Deze bestaat namelijk uit twee verschillende moleculen met twee verschillende stofeigenschappen.
Opdracht 12: Wat is een stofeigenschap?
Opdracht 13: Noem minimaal 5 stofeigenschappen.