Doel:
Er zijn verschillende soorten mengsels.
Hiernaast zie je een voorbeeld van een mengsel. In het linkerbekerglas zit water met daarin modderdeeltjes. Het is water uit een sloot. Het water is troebel. Troebel betekend dat je een vloeistof hebt met daarin vaste deeltjes die niet oplossen. In dit voorbeeld is de vloeistof: water en de vaste deeltjes zijn de modderdeeltjes. Je noemt zo'n mengsel een suspensie. Slootwater is dus een mengsel.
Opdracht 14: Noem nog vijf andere stoffen die niet oplossen in water en dus een suspensie vormen.
Om een mengsel uit elkaar te halen moet je gebruik maken van een scheidingsmethode. Om te bepalen welke scheidingsmethode je kan gebruiken, moet je eerst weten met wat voor soort mengsel je te maken hebt.
Alles om ons heen bestaat dus uit stoffen. Er zijn zuivere stoffen, die zijn niet te scheiden en je hebt mengsels. Een mengsel bestaat uit twee of meer verschillende moleculen. Een voorbeeld is bijvoorbeeld water en zand. Je hebt dan watermoleculen en zandmoleculen. Dit is een voorbeeld van een supsensie. De vaste stof zand lost niet op in water.
Het kan dat de stof wel oplost in water. Als je bijvoorbeeld suiker in de thee doet dan lost dat wel op. De thee blijft dan helder. Dit is ook een mengsel je hebt dan water met thee en suiker en het blijft helder. Dit mengsel noem je een oplossing. De stoffen lossen op in de vloeistof.
Opdracht 15: Noem vijf verschillende oplossingen.
Opdracht 16: Waarom is kraanwater geen zuivere stof?
Opdracht 17: Leg uit of kraanwater een suspensie of een oplossing is?
Om een scheidingsmethode uit te voeren heb je altijd een verschil nodig. Als je een groep wil scheiden, kan je gebruik maken van een verschil in haarkleur, sekte, etc. Je maakt dan onderscheid en op basis daarvan word je van elkaar gescheiden. Zo werkt het ook met de scheidingsmethoden in de scheikunde.
Er zijn heel veel verschillende verschillen om te scheiden. De belangrijkste van dit hoofdstuk zijn hieronder opgesomt en deze kom je ook weer tegen in elk practica:
Op het moment dat je een scheiding gaat uitvoeren zul je de moleculen van elkaar scheiden. Wat achterblijft bij de scheidingsmethode is het residu. Dit is vaak de stof met de grootste dichtheid, de grootste deeltjesgrootte, het hoogste kookpunt, de stof die het slechste aanhecht of de stof die het slechte oplost.