Temperatuur is een maat voor hoe warm of koud iets is. Het vertelt ons hoeveel warmte er in een object of de omgeving aanwezig is. In de atmosfeer verwijst temperatuur naar hoe warm of koud de lucht is. Op aarde bestaan er grote verschillen in temperatuur. Dit heeft gevolgen voor het klimaat en voor het weer.
De verwarming van de atmosfeer vindt plaats door verschillende processen. De belangrijkste bron van warmte voor de atmosfeer is de zon. De zon straalt energie uit in de vorm van zonlicht. Wanneer het zonlicht de aarde bereikt, verwarmt het het aardoppervlak. Het opgewarmde oppervlak geeft vervolgens warmte af aan de lucht erboven, waardoor de luchttemperatuur stijgt.
Een belangrijk instrument om de temperatuur te meten is de thermometer. Een thermometer bestaat uit een glazen buisje met een kleine opening aan de onderkant, dat is gevuld met een vloeistof, meestal kwik of alcohol. Wanneer de temperatuur stijgt, zet de vloeistof uit en stijgt in het buisje. Wanneer de temperatuur daalt, krimpt de vloeistof en zakt in het buisje.
De Celsius-schaal is een temperatuurschaal die veel wordt gebruikt, vooral in wetenschappelijke en meteorologische toepassingen. Op de Celsius-schaal wordt het vriespunt van water bij 0 graden Celsius geplaatst en het kookpunt van water bij 100 graden Celsius. De schaal gaat veel verder dan 0 graden of 100 graden. Je hebt ook temperaturen onder 0. Je hebt ook andere schalen zoals Fahrenheit. Dit wordt bijvoorbeel in Amerika gebruikt. 20 graden Celsius is dan 68 graden Fahrenheit.
Het begrip bevriezen verwijst naar het punt waarop een stof, zoals water, van vloeibare toestand overgaat in vaste toestand als gevolg van afkoeling. Bij 0 graden Celsius bevriest water en verandert het in ijs. Waterdamp verwijst naar de gasvormige toestand van water. Wanneer water wordt verwarmd tot het kookpunt (100 graden Celsius), verandert het in waterdamp, dat onzichtbaar is.
Het begrijpen van temperatuur, de verwarming van de atmosfeer, de thermometer en de Celsius-schaal helpt ons beter te begrijpen hoe het weer werkt en hoe we het kunnen meten. Meteorologen gebruiken deze kennis om weersvoorspellingen te doen en het klimaat te bestuderen.