Deze les ga je aan de slag met de opdrachten die hieronder staan. Van je docent krijg je de benodigde stencils uitgereikt. Ben je eind van de les niet klaar dan moet je het werk uiterlijk eind van de week af hebben.
Deze opdracht maak je in duo's.
Nederland heeft sinds 1950 steeds vaker droge zomers. Dat wil zeggen: in het binnenland. In de kustgebieden is dat niet het geval, daar valt juist meer neerslag. Dit blijkt uit onderzoek van het KNMI en de Universiteit Utrecht. De wetenschappers verwachten dat deze trend zich voortzet.
Het binnenland ligt hoger dan de kuststrook en is daardoor extra gevoelig voor neerslagtekorten in de zomermaanden. Ook is dit deel van het land voor de watertoevoer voornamelijk afhankelijk van regen. De kustregio’s kunnen daarnaast profiteren van het water dat de grote rivieren aanvoeren.
De oplopende temperatuur is min of meer gelijkmatig verdeeld over heel Nederland, maar de zonnestraling is in het binnenland iets meer toegenomen dan aan de kust. Hoe dat komt weten de onderzoekers niet. Ze voorspellen dat er in de toekomst steeds vaker droge zomers zullen voorkomen.
Door de droogte komen o.a. de landbouw, de drinkwatervoorziening en de scheepvaart in gevaar. Op dit moment gaat het KNMI uit van twee toekomstscenario’s: de huidige trend van meer droogte zet door óf er komt onder invloed van lokale hogedrukgebieden nog meer droge en warme lucht naar Nederland. In dat laatste geval wordt de droogte nog sterker.
Bron: de Volkskrant, 27 mei 2020
1 Lees bovenstaande tekst en bekijk bovenstaande filmpje. Beantwoord daarna hieronder de vragen.
a Noem twee oorzaken waardoor er in het binnenland eerder neerslagtekorten ontstaan dan in het kustgebied.
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
b Leg uit wanneer er volgens het KNMI sprake is van droogte.
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
c Welke (beroeps)sectoren kunnen door droogte in gevaar komen?
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
2 Pak een grote bosatlas en zoek de kaarten 39G Neerslag en 38G Zeer warme dagen op. Bekijk beide grafieken en beantwoord daarna onderstaande vragen.
a Welke trend zie je bij de neerslag van 1906 tot en met 2015?
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
b Welke trend zie je bij de zeer warme dagen van 1901 tot en met 2015?
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
3 Bekijk GB kaart 44D Verdroging.
a In welk deel van Nederland is de schade door droogte het kleinst?
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
b In welk deel van Nederland is de schade door droogte het grootst?
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
4 Ga naar bovenstaande website. Vul jouw postcode in. Hoe zien de gevolgen van klimaatsverandering er bij jou in 2050 uit? Zoek dit uit voor wateroverlast, hitte, droogte, overstroming. Vergelijk het huidige klimaat met het klimaat in 2050 van de kaarten die horen bij de vorige punten. Schrijf je conclusies hieronder op.
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
______________________________________________________________________________
Deze opdracht maak je in duo's.
Jullie gaan een klein onderzoekje doen in de eigen omgeving. De vraag die je gaat onderzoeken is: 'Hoe groot was het verschil in de maandelijkse temperatuur en neerslag in mijn regio in vergelijking met het klimaat, het langjarig gemiddelde?'
Zo'n vraag in één keer beantwoorden gaat een beetje moeilijk daarom knippen we deze op in deelvragen. Die vind je hieronder in de tabel.
Deel-vraag | Temperatuur | Neerslag |
---|---|---|
1 | Wat is de gemiddelde temperatuur van 1991 t/m 2020 in jullie regio? | Hoeveel neerslag viel er gemiddeld van 1991 t/m 2020 in jouw regio? |
2 | Wat is de gemiddelde temperatuur per maand volgens de klimaatgegevens in jullie regio? | Wat is de gemiddelde hoeveelheid neerslag per maand volgens de klimaatgegevens in jouw regio? |
3 | Wat is de gemiddelde temperatuur in het afgelopen jaar? | Hoeveel neerslag viel er het afgelopen jaar in jouw regio? |
4 | Wat was de gemiddelde temperatuur per maand in het afgelopen jaar? | Wat was de gemiddelde hoeveelheid neerslag per maand in het afgelopen jaar? |
5 | Was de temperatuur in jouw regio van het afgelopen jaar hoger of lager dan het klimaatgemiddelde? | Was de hoeveelheid neerslag in jouw regio in het afgelopen jaar hoger of lager dan het klimaatgemiddelde? |
6 | Wat was de gemiddelde temperatuur op de geboortedag van persoon 1. Ga uit van de Bildt. | Wat was de hoeveelheid neerslag op de geboortedag van persoon 1. Ga uit van de Bildt. |
7 | Wat was de gemiddelde temperatuur op de geboortedag van persoon 2. Ga uit van de Bildt. | Wat was de hoeveelheid neerslag op de geboortedag van persoon 2. Ga uit van de Bildt. |
Zoek de gevens op met de volgende websites en schrijf de antwoorden in onderstaande tabel.
Deelvraag | Temperatuur | Neerslag |
---|---|---|
1 |
|
|
2 |
|
|
3 |
|
|
4 |
|
|
5 |
|
|
6 |
|
|
7 |
|
|
§1 Introductie weer en klimaat
Algemene begrippen aardrijkskunde.