Opdrachten

Tuinslakken

In een tuin is de bodem bedekt met bruin strooisel. Strooisel bestaat uit dode resten van organismen. In deze tuin leeft een populatie slakken. Er zijn slakken met gele huisjes en slakken met bruine huisjes. De slakken eten van de dode resten op de bodem van de tuin. Zelf worden de slakken gegeten door vogels.

In de loop van enkele jaren neemt het deel van de populatie dat bestaat uit slakken met gele huisjes af. Het deel met bruine huisjes neemt juist toe. Dit is het gevolg van natuurlijke selectie.

2. Leg uit hoe door natuurlijke selectie het aantal slakken met bruine huisjes in deze populatie toeneemt.

 

Fruitvliegjes

Thomas bestraalt enkele fruitvliegjes met röntgenstraling. Daardoor verandert het DNA in de geslachtscellen van deze fruitvliegjes.
3. Hoe wordt deze verandering van DNA genoemd?

Oerkat

Volgens wetenschappers is in een ver verleden het zeeniveau op aarde enkele keren zó ver gedaald, dat verschillende werelddelen met elkaar in verbinding kwamen. Hierdoor konden dieren van het ene naar het andere werelddeel ‘verhuizen’. Dit ‘verhuizen’ wordt migreren genoemd.

Toen daarna de werelddelen weer van elkaar gescheiden werden door het stijgen van het zeeniveau, ontwikkelden deze ‘verhuisde’ dieren zich volgens de evolutietheorie tot aparte groepen.

Zo zouden uit een ‘oerkat’ acht verschillende groepen katachtigen zijn ontstaan (zie de afbeelding).

4. Hoeveel miljoen jaar geleden is de ontwikkeling van de acht groepen uit de ‘oerkat’ begonnen volgens de afbeelding?

Snavellengte

Onderzoekers hebben de snavellengte vergeleken van 214 vogelsoorten uit gebieden over de hele wereld. Ze hebben ontdekt dat er een verband bestaat tussen de snavellengte van de vogels en de temperatuur van de omgeving waarin de vogels leven. Vogels verliezen veel warmte via de snavel. Volgens de onderzoekers hebben vogels met een grotere snavel een grotere overlevingskans dan soortgenoten met een iets kleinere snavel als de gemiddelde temperatuur in een gebied toeneemt. Een plotselinge verandering in het erfelijk materiaal van vogels kan tot gevolg hebben dat ze nakomelingen krijgen met een iets grotere snavel.

5. Hoe heet zo’n verandering in het erfelijk materiaal?

 

In het leefgebied van een bepaalde vogelsoort is de gemiddelde temperatuur in de loop van de tijd gestegen. Als gevolg hiervan is door natuurlijke selectie het aantal vogels met een iets grotere snavel toegenomen.

6. Leg uit hoe door natuurlijke selectie het aantal vogels met een grotere snavel in dit gebied is toegenomen.

 

 

Volgens de evolutietheorie ontstaan er in de loop van de tijd verschillen tussen organismen. Bij het ontstaan van grote verschillen worden ze ingedeeld in aparte groepen. In onderstaande stamboom  geven de cijfers 1, 2 en 3 het ontstaan van zulke aparte groepen aan.

7. In welke volgorde in de tijd zijn deze splitsingen in aparte groepen ontstaan volgens de gegevens in de stamboom?

A 1 - 2 - 3

B 1 - 3 - 2

C 2 - 1 - 3

D 2 - 3 - 1

E 3 - 1 - 2

F 3 - 2 – 1

 

De Catharinaparkiet is een vogel uit Zuid-Amerika, die leeft in de bossen. In Nederland wordt deze vogel gehouden als volièrevogel. De parkieten worden gekweekt op kleur. Er is veel variatie in kleuren: groen, geel, grijs enblauw komen voor.

Behalve de kleur groen bij deze parkieten komen er ook andere kleuren voor, zoals de kleuren blauw of geel. De kleuren blauw of geel worden door mutaties veroorzaakt.
8. Leg uit dat door natuurlijke selectie in de oorspronkelijke leefomgeving de kleur groen meer voorkomt dan blauw of geel.

 

Duiven

De biologen willen weten of natuurlijke selectie een rol speelt in de aanpassing van de luizen aan de veerkleur van de duif. Ze doen een nieuwe proef die een aantal jaren duurt. De biologen hebben vier groepen duiven samengesteld:
witte duiven met snavelkapjes
witte duiven zonder snavelkapjes
zwarte duiven met snavelkapjes
zwarte duiven zonder snavelkapjes
Alle duiven worden besmet met grijze luizen. Een luis leeft ongeveer 50 dagen en kan in die tijd tot wel 300 nakomelingen krijgen. Na vier jaar bekijken de onderzoekers de kleuren van de luizen op de duiven. Hieronder zie je de resultaten in een tabel.

9. vul onderstaande tabel in:

10.

a Hoe heten versteende overblijfselen van organismen, of afdrukken van organismen in gesteenten?

b. Overblijfselen van dinosauriërs worden gevonden in gesteentelagen die gevormd zijn voor/ in / na de tijd dat de dino’s leefden

 

Een van onze voorouders was Lucy. Zij leefde 3.2 miljoen jaar geleden. Er s een fossiel van haar gevonden in Afrika.

11. Leg uit waardoor alleen de botten van ‘Lucy’ zijn gefossiliseerd.

12. Aan welke kenmerken kan je zien dat ze verwant is aan de mens van nu?

 

Lucy (Australopithecus) - Wikipedia

 

Maak meer oefeningen via:

https://biologiepagina.nl/Toetsen/evolutie/evolutie.htm