The grammar explained:
1: Je neemt de grammatica zelfstandig door en maakt de bijbehorende opdrachten. Er zijn drie verschillende moeilijkheidsgraden, kies wat het beste bij je past.
2: Ieder werkt voor zichzelf.
3: Heb je vragen, gebruik dan je boek als leidraad, kom je er echt niet uit. Steek dan je vinger op zonder de anderen tot last te zijn, dan kom ik langs om je vraag te beantwoorden.
4: Je krijgt 20 min.
5: Klaar? Je hebt nu geoefend met de tegenwoordige tijd die je nodig hebt voor je examens.
6: Je mag de onderstaande filmpjes kijken als je nog behoefte hebt aan extra uitleg en anders verder naar het kopje 'Kennisclip'.
Present tenses:
In deze les komen 3 vormen van de tegenwoordige tijd voor.
Present Simple:
-Gebruik je bij: gewoontes, stabiele situaties, feiten en geplande acties in de dichtbije toekomst.
-Maak je door: de stam van het werkwoord te nemen(hele w.w - ing) b.v walk voor (I,you,we,you en they)
Behalve voor de shit-regel(he/she/it) daar is het stam+s, in dit voorbeeld dus he walks.
Present continuous:
- Gebruik je wanneer: iets nu bezig is, iets vaker gebeurt( herken je aan always), tijdelijke situaties.
- Maak je door: vorm van 'to be' ( am,is en are)+ werkwoord+ing
-Voorbeeld: I am working right now. 'Right now' dus het is op het moment bezig, je gebruikt am voor I en work+ing.
Present perfect:
- Gebruik je wanneer: acties of situaties permanent/ van lange duur zijn, of omdat het verleden aan het heden is gekoppeld.
- Maak je door: have/has(he,she,it) + voltooid deelwoord
- Voorbeeld: I have watched every episode from the beginning of the show.
Hieronder vind je filmpjes met extra uitleg als je dat nodig hebt.
Filmpje 1:
Present simple+present continuous
Filmpje 2:
present perfect