Als we de bloembakken, wisselperken en/of borders eenmaal aangelegd hebben begint de verzorging. We hebben al gekeken naar ziekten en plagen en de bemesting van de planten. Zodra ze gaan groeien zullen sommige planten steun nodig hebben. Daarnaast moeten we ook nadenken over de vochtbehoefte van deze planten. Gemiddeld valt in Nederland jaarlijks voldoende neerslag, het valt echter niet altijd op de momenten dat de planten het het hardst nodig hebben.
Hieronder vind je de delen van de presentatie van de docent. Volg de presentatie (of neem de bestanden zelf even door).
Van oudsher zijn mensen gewend hun tuin handmatig water te geven. Je hebt natuurlijk de gewone gieter maar voor het grotere werk maken mensen gebruik van gewone sproeiers, zwenksproeiers en sectorsproeiers.
Sinds een aantal jaren is de automatische beregening aan een opmars bezig. Zeker met de toenemende droogte vinden deze systemen gretig aftrek. Het principe is simpel, er wordt een systeem van sproeiers met leidingen aangelegd. Tussen de leiding en de kraan zit dan een computer waarbij je de frequentie, de duur en het tijdstip van sproeien kan invoeren.
Een nadeel van automatische beregening is dat je niet meer op gevoel maar volgens een vast ritme water geeft. Dit nadeel kan je ondervangen door gebruik te maken sensoren.
In het kader van duurzaamheid is het beter om zo min mogelijk te (hoeven te) beregenen. Het is onvoorstelbaar om te zien heveel liters schoon drinkwater er in de zomer dagelijks in de tuinen wordt verbruikt. Nu zal het meeste wel in de bodem verdwijnen maar een gedeelte zal afstromen en/of verdampen.
Steunen van planten
Het steunen van vaste planten, wanneer het op tijd gebeurt, hoeft niet lelijk te zijn. Vaak, echter, grijpen we pas in wanneer planten dreigen om te vallen. Wat je dan ook doet, het ziet er vaak niet uit. Ook hier geldt weer, voorkomen is beter dan genezen.