Tula was een slaaf op plantage Kenepa op Curaçao. Hij kwam in opstand omdat hij en de andere slaven slecht werden behandeld. Ze kregen te weinig eten en moesten te lang werken onder de hete zon. Op 17 augustus 1795 leidde Tula een opstand met ongeveer vijftig andere slaven. Ze wilden hun vrijheid terug. De opstand breidde zich snel uit en er waren uiteindelijk zo'n 2000 opstandelingen.
Tula en zijn mannen namen wapens en voedsel van de plantages en trokken richting Willemstad, de hoofdstad van Curaçao. Ze waren vastbesloten om te vechten voor hun vrijheid, net zoals de verzetsstrijders op Haïti dat hadden gedaan.
Het Nederlandse bestuur probeerde de opstand neer te slaan, maar slaagde daar niet meteen in. Ze probeerden te onderhandelen, maar Tula weigerde toe te geven. Uiteindelijk werd Tula verraden en gevangengenomen. Hij werd gemarteld en uiteindelijk onthoofd. Zijn hoofd werd op een stok gezet als waarschuwing voor andere slaven.
Sommige opstandelingen werden opgehangen en anderen werden gestraft door een deel van hun oor af te snijden. Na de opstand kregen de plantagehouders de opdracht om de slaven beter te behandelen, maar de slavernij op Curaçao duurde nog 68 jaar voort. Toch toonde de opstand van Tula aan dat het systeem van slavernij niet kon blijven bestaan.
Opstand: Een opstand betekent dat mensen in opstand komen tegen iets wat ze oneerlijk vinden of waar ze niet tevreden over zijn. Ze verzetten zich tegen de situatie en proberen verandering te brengen.
https://youtu.be/fBdIL-liMQk
Na het lezen van de tekst en het bekijken van het filmpje, beschrijf je je gevoel op in drie woorden.