Een kind is vier jaar en mag voor het eerst naar school. Kleuters kunnen niet lang stil zitten en bewegen veel. Kleuters leren vooral door te spelen. Ook kunnen zij al beter samenspelen.
Lichamelijke ontwikkeling
Een kleuter groeit hard. De grove ontwikkeling is goed ontwikkeld. Ze hebben meer controle gekregen over hun spieren. Een kleuter kan bijvoorbeeld een ring om een paaltje werpen. Ook fijne motoriek ontwikkelt zich. Een kleuter kan een potlood op de juiste manier vasthouden, letters naschrijven en driehoeken en rechthoeken en cirkels tekenen.
Cognitieve ontwikkeling
Een kleuter kan steeds langere zinnen maken. Het aantal woorden neemt toe. Je kunt een kleuter dus goed begrijpen. Een kind gaat vaak vanaf drie jaar "waarom"vragen stellen. Een kleuter is nieuwsgierig en wil graag alles weten. Dit is een periode waarin kinderen veel fantaseren. Ze spelen bjvoorbeeld dat ze een konijn zijn. Ze zien ook dingen die er niet zijn en dat maakt de soms bang. Voorbeeld: er ligt een krokodil onder mijn bed of mijn pop is heel ziek.
Sociaal- emotionele ontwikkeling
Samenspelen en relaties met andere kinderen worden belangrijker. Kleuters gaan steeds meer met elkaar spelen. Tijdens het spelen doen ze een rol na. Ze spelen bijvoorbeeld 'vaderje en moedertje' of 'ziekenhuisje. Een kleuter oefent zo de gedragingen die bij de rol horen. Fantatsie en werkelijkheid lopen door elkaar heen. Kleuters beseffen dat er een verschil is tussen goed en kwaad en weten dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes.