Ik kan het verschil uitleggen tussen hoofdpersonen en bijfiguren;
Ik kan de personages uit een verhaal beschrijven;
Ik kan vertellen of de personages hoofdfiguren of bijfiguren zijn;
Ik kan vertellen of de personages me aanspreken en waarom wel/niet;
Ik kan het verschil uitleggen tussen realistisch en niet realistisch;
Ik kan in de app Plotagon een karakter creëren, op basis van een gelezen boek, en hem voorzien van een door mij gekozen uiterlijk. Ook spreek ik de stem in van het karakter;
Ik kan het werk van mijn klasgeno(o)t(en) voorzien van gerichte feedback;
Ik heb mijn dossier bijgehouden en laat dit beoordelen door mijn docent.