Informatie huisbezoeken
Voorwaarden voor een goed kennismakingsgesprek/huisbezoek
1. Maak kennis met alle ouders
Een mentor die met alle ouders kennismaakt, voorkomt dat contact met school alleen geassocieerd wordt met slecht nieuws. Daarnaast verdienen ook kinderen waar het goed mee gaat (of lijkt te gaan) aandacht en begeleiding in hun ontwikkeling. Bovendien vinden pubers het vreselijk een uitzondering te zijn en zullen zij in die gevallen eerder weerstand hebben tegen contact tussen hun mentor en hun ouders. Betrek zowel ouders als leerling in het gesprek.
2. Vermijd elke schijn van controle
Een kennismakingsgesprek is niet bedoeld om ouders te controleren. Elk vermoeden van controle roept bij ouders en leerlingen terecht weerstand op tegen vooral het huisbezoek. Dat maakt het gesprek, dat bedoeld is om drempels te slechten, meteen al minder open.
3. De boodschap van school is positief
Het is de bedoeling dat het een voor alle partijen prettig gesprek wordt met een positieve boodschap en de wil goed naar de ander te luisteren. Leerlingen klagen dat scholen hun ouders alleen informeren over zaken die niet goed gaan. Heb daarom aandacht voor alles wat wel goed gaat en zoek ook aanleidingen voor complimentjes.
4. Er is sprake van uitwisseling tussen mentor, ouders en leerling
In het kennismakingsgesprek komt zowel de thuis- als schoolsituatie in beeld: wat zijn ervaringen en verwachtingen van ouders, mentor en leerling in de nieuwe klas? Wat zijn mogelijkheden van de ouders om de leerling thuis te begeleiden en hoe zou de mentor hierin kunnen ondersteunen? Wat zijn interesses van de leerling en tot welke schoolloopbaankeuzes kan dit leiden? Het is essentieel dat de mentor goed luistert naar het verhaal van de ouders over het leven van het kind buiten school om het eigen beeld te completeren. Voor informatieoverdracht vanuit school is de gelegenheid op de ouderavond. In dit gesprek komen zowel leerling, ouder als mentor aan het woord. Het gesprek gaat goed als ouder en mentor het gevoel hebben dat zij over hetzelfde kind spreken.
5. De leerling is aanwezig
Het perspectief van de leerling in het gesprek is eveneens van groot belang. Het kind zelf vormt de meest natuurlijke brug tussen de school- en thuiscultuur en kan het beste omgaan met de verschillen tussen beide culturen. Dit geeft ouders bovendien de gelegenheid te zien hoe hun kind met de mentor omgaat en de mentor krijgt de gelegenheid een blik te werpen op de relatie tussen ouders en kind.
6. Gespreksonderwerpen
Van belang is dat ieders perspectief aan bod komt en dat de onderwerpen aansluiten bij de rol die ouders thuis hebben in de begeleiding van hun kind. Een voorbeeld:
|
Leerling |
Ouders |
Mentor |
introductie |
|
Vertellen over buurt, gezinssamenstelling, werk en dergelijke. Aanhaken op wat al bekend is |
Vertelt iets over zichzelf; ervaring op school. Kent leerling wel of niet al? |
wederkerige agenda |
Welke onderwerpen willen ouders en/of leerling graag bespreken? |
||
overgang naar VO |
Ervaringen op PO of in eerder leerjaar en verwachtingen voor komend jaar |
Ervaringen en verwachtingen rond contact met mentor |
Gebruik in betreffende leerjaar/ van betreffende mentor |
positie in de klas/sociale vaardigheden |
Relatie met mede leerlingen en docenten. Druk, verlegen, afgeleid? |
Hoe ziet ouder positie en sociaal gedrag van de leerling? |
Welke ondersteuning kan mentor bieden? |
begeleiding |
Praat de leerling thuis over school (ook sociaal opzicht). Vraagt hij/zij om steun? |
Vragen de ouders naar schoolzaken? Hoe ondersteunen de ouders de leerling verder? |
Is steun van school gewenst? (ben realistisch in wat school kan bieden) Wat verwacht school dit leerjaar van ouders? (bijv. interesse voor schoolzaken) |
dagroutine |
Hoe laat naar school, op tijd op, ontbijt, wanneer huiswerk? Moeite met op tijd komen? |
Kunnen ouders eea begeleiden (zijn ze bijv. thuis en op als kind naar school moet / thuis komt?) |
Hoe kan mentor hier rekening mee houden, ondersteunen? |
interesses en ambities |
Wat zijn hobby’s, interesses, lidmaatschappen, ambities en toekomstplannen? |
Hoe staan ouders tegenover de interesses en ambities en hoe stimuleren zij deze? |
Hoe kan school de interesses en ambities ondersteunen? |
bijzonderheden |
Zijn er zaken waarvan ouders en leerling vinden dat de mentor dit moet weten over de leerling (zaken uit de onderbouw, omstandigheden thuis, gezondheid, contact jeugdzorg of politie?) Heeft de mentor vragen? |
||
afronding |
Zijn er nog andere onderwerpen die aan bod moeten komen? Afspraken over hoe en wanneer en hoe ouders en mentor contact met elkaar op nemen. |