Breuken vergelijken - Voorbeeld 2

In de klas van Samir zitten leerlingen.
Van die leerlingen hebben er een onvoldoende voor wiskunde.

Dat is deel. ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­

In de klas van George zitten leerlingen.
Van die leerlingen hebben er een onvoldoende voor wiskunde.

Dat is deel. ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­

  1. Vermenigvuldig de noemers met elkaar.
    Dus in dit geval  .
    Je gaat er dus ‘vierhonderdtachtigsten’ van maken.

  2. Maak van beide breuken ‘vierhonderdtachtigsten’.
    en

  3. , dus  dus in de klas van Samir zitten in verhouding meer leerlingen met een onvoldoende.