Breuken vergelijken - Voorbeeld 1

Irma en Ito eten pizza in een restaurant.

Irma eet deel van haar pizza op.

Ito eet deel van haar pizza op.

Wie heeft het meest van haar pizza gegeten?

Je kunt altijd gelijknamig maken door de volgende stappen toe te passen:

  1. Vermenigvuldig de noemers van de twee breuken met elkaar.  
    Dus in dit geval . Je gaat er dus ‘vijftienden’ van maken.

  2. Maak van beide breuken ‘vijftienden’.
    en

  3. , dus dus Irma heeft meer van haar pizza gegeten.