Het presenteren van een product

Voor het presenteren, promoten en verkopen moet je het volgende kunnen:

 

Deze les leer je:

- Wat het assortiment is.

- Welke soorten assortiment er zijn.

- Welke soorten display er zijn.

- Wat de begrippen facing en routing betekenen.

 

Bij het verkopen van producten of diensten is het belangrijk dat de producten die je verkoopt op de juiste manier worden gepresenteerd. Hoe je deze producten en diensten presenteert hangt allemaal af van het assortiment van de winkel.

 

 

Je assortiment bestaat uit een breed assortiment en een diep assortiment. Het assortiment zijn alle producten en diensten die jouw onderneming aanbiedt. Bij een breed assortiment bied je veel verschillende product groepen of diensten aan. Hoe meer je er aanbiedt hoe breder je assortiment. Bij een diep assortiment bied je van een productgroep verschillende varianten aan. Bijvoorbeeld: bij de Gamma kan je hamers kopen als je maar 1 hamer van 1 merk kan kopen dan is het assortiment niet diep.

 

 

Soms zie je een schap vol staan met een aantal dezelfde artikelen. Dit noemen we facing. Sommige producenten eisen dat hun product 6 keer naast elkaar in het schap moeten staan.

 

Bij een onderneming wordt er gebruik gemaakt van routing. Bij routing zorg je voor een route die de klanten moeten volgen in de winkel. Zo kan je het gedrag van de klanten (koopgedrag) beïnvloeden. Daarbij kan je rekening houden waar je de producten neerzet en op welke hoogte je ze neerzet.

 

 

Producten hebben vaak een houdbaarheidsdatum. Soms heb je te maken met veel vernieuwingen waardoor producten snel verouderen of je hebt te maken met producten die vast zitten op een datum (zoals melk). Daarin moet je rekening houden in je assortiment. Daarvoor heb je de (LIFO) last in fitst out (FIFO) first in first out methodes. In een supermarkt worden de nieuwe producten achteraan gezet zodat de eerste producten eerst verkocht worden (FIFO). Sommige bedrijven willen alles wat als eerste binnenkomt ook als eerste verkopen, daardoor hou je een relatief oude voorraad. Alles wat niet verkocht wordt, veroudert.

 

Het assortiment kan je in jouw winkel op verschillende manieren presenteren. Verschillende manieren zijn: Kopdisplay – schap display – eilanddisplay – massadisplay – kassadisplay.

 

1. Kopdisplay

Bij een kopdisplay staan de producten aan het begin of aan het einde van een stelling. Vaak zijn dit actieproducten.

 

 

2. Schap display

Bij een schap display steken de producten eruit ten opzichte van de andere schappen. Je kan dit in alle schappen doen en dit kost dus geen extra ruimte. Maar op deze manier krijgt een product toch wat extra aandacht omdat het meer opvalt.

 

 

 

3. Eilanddisplay

Bij een eilanddisplay staan de producten op een eiland. De klant kan volledig rond het eiland lopen. Doordat het een losstaande display is trekt dit de aandacht van de klant. Je kan hierbij in verschillende hoogten je producten aanbieden. Er zijn verschillende schap hoogten. Je legt de producten die je graag wilt verkopen op ooghoogte, snoep leg je bijvoorbeeld op ooghoogte voor kinderen.

 

 

 

4. Massadisplay

Bij een massadisplay presenteer je veel producten op 1 display. Vaak zijn dit de aanbiedingen waarvan de prijs laag is.

 

 

5. Kassadisplay

Dit zijn de producten die bij de kassa worden aangeboden. Als de klanten aan het wachten zijn kunnen zij deze producten nog aan hun winkelmand toevoegen.

 

Om te kijken wat er allemaal komt kijken bij een assortiment, ga jij zelf een assortiment inrichten. Dit assortiment wordt ingericht in de vorm van een collage. Een collage is een kunstvorm waarbij er gebruikt wordt gemaakt van verschillende beelden.

 

Klik op de opdracht: het maken van een collage over het assortiment om informatie te krijgen over de opdracht.

 

 

 

Herhaling leerdoelen:

- Wat is het assortiment?.

- Welke soorten assortiment zijn er?

- Welke soorten display zijn er?

- Wat betekenen de begrippen facing en routing?