1.5 Opdrachten cirkels

Opdracht 1. Bereken de omtrek van de cirkel als:

a. 

b. 

 

Opdracht 2. Bereken de oppervlakte van de cirkel als: 

a. 

b. 

 

Opdracht 3. De oppervlakte van een cirkel is 

a. Bereken de straal. 

b. Bereken de omtrek.

 

Opdracht 4. De omtrek van een cirkel is 

a. Bereken de diameter van de cirkel. 

b. Bereken de oppervlakte van de cirkel. 

 

Opdracht 5. Bereken de oppervlakte van de cirkelring als:

a. r1 =   en r2 = 

b. r1 =   en r2 = 

Opdracht 6. De oppervlakte van een ring is De diameter van de buitencirkel is  

Bereken de straal van de binnencirkel. 

 

Opdracht 7. Bereken de lengte van de cirkelbogen als: 

a. 

b

 

Opdracht 8. Bereken de oppervlakte van de cirkelsector als: 

a. 

b. 

 

Opdracht 9. 

a. Bereken de oppervlakte en inhoud van een bol met een straal van 

b. Bereken de oppevlakte en inhoud van een bol met een middellijn van 

 

Opdracht 10. 

a. Een bol heeft een oppervlakte van  Bereken de inhoud van de bol. 

b. Een bol heeft een inhoud van  Bereken de oppervlakte van de bol.