2.5 Kegel en afgeknotte kegel

Kegel 

Een kegel bestaat uit een plat vlak en een gekromd vlak. Het platte vlak is de bodem. Deze bodem is een cirkel. Het gekromde vlak is de mantel van de kegel.

De kegel heeft als grondvlak een cirkel. De hoogte h is de afstand tussen de top T en het middelpunt van het grondvlak, rg is de lengte van de straal van het grondvlak. De uitslag van de mantel is een cirkelsector. De straal van de cirkelsector is rm =TB

Kegel1Kegelopen

 

Voor de oppervlakte van een kegel geldt:
oppervlakte kegel = oppervlakte grondvlak + oppervlakte cirkelsector 

Als formule is het:   dit kun je herleider tot: 

De lengte van 

De inhoud of het volume van een kegel reken we uit op de volgende manier: 


Dit kun je als formule schrijven: 

 

Afgeknotte kegel

Een afgeknotte kegel is een lichaam dat ontstaat uit een kegel door tussen de top en het grondvlak een gelijkvormig deel ervan "af te snijden" met een vlak evenwijdig aan het grondvlak.

Smoething               Something

De oppervlakte van een afgeknotte kegel rekenen we uit door: 
oppervlakte afgeknotte kegel = oppervlakte hele kegel - oppervlakte kegeltop
Als formule schrijf je het op als: 

De inhoud van een afgeknotte kegel rekenen we uit op dezelfde manier: 
Inhoud afgeknotte kegel = inhoud hele kegel - inhoud kegeltop
Als formule schrijf je het op als: