Jullie gaan nu aan de slag met burgers en stadsrechten. Hierbij horen de volgende leerdoelen:
- Je legt het begrip 'burger en stadsrechten' uit.
- Je geeft twee voorbeelden van stadsrechten.
Kijk het volgende filmpje:
Lees de tekst en maak daarna de vragen:
De steden groeiden. Er kwamen steeds meer mensen. De mensen die in de stad woonden, noemen we burgers. De steden stonden op het grondgebied van een hertog of graaf: de landheer. Als de burgers iets wilden veranderen in de stad, moesten ze de landheer om toestemming vragen. De stad stond namelijk op zijn gebied. Hij was dus de baas. De burgers in de steden besloot om afspraken te maken met de landheer. Ze kregen stadsrechten in ruil voor belastingen. Alle burgers stonden geld af als belasting en dat geld ging naar de landheer. Door de stadsrechten mochten de steden meer zelf regelen.
Voorbeelden van stadsrechten zijn:
Ben je klaar met het maken van de vragen, ga dan door naar 'Gilden'