Stap 4 - Constante en variabele kosten

Constante en variabele kosten
Bestudeer uit de Kennisbank economie de derde pagina van het onderdeel:

KB: Bedrijfskosten

50. Geef van de volgende bedrijfskosten aan of het constante kosten of variabele kosten zijn. Als je twijfelt, leg dan uit waarom je twijfelt.

a. energiekosten
b. reclamekosten
c. materiaalkosten
d. huisvestingskosten
e. afschrijvingskosten
f. personeelskosten
g. inkoopkosten

 

51. a. Waar worden de vaste kosten door bepaald?

       b. Waar hangt de hoogte van de totale variabele kosten vanaf?

52.  Sander Lokic werkt in vaste dienst bij een garagebedrijf. Hij verdient € 1700,- per maand.
Yke Engels plukt aardbeien bij een boer. Per doosje aardbeien dat ze plukt, krijgt ze € 0,60 cent betaald.

  1. Horen de loonkosten van Sander tot de constante kosten of tot de variabele kosten?
  2. En hoe zit dat met de loonkosten van Yke?