Produceren

produceren
het voortbrengen van goederen en/of diensten.
arbeidsverdeling
de manier waarop het werk verdeeld is.
productiefactoren
om te produceren heeft een bedrijf productiefactoren nodig: natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap.
arbeidsproductiviteit
het aantal producten dat een werknemer in een bepaalde periode kan produceren.
productieweg
de weg die een product doorloopt van grondstof tot eindproduct.
specialisatie
het zich toeleggen op het maken van één soort producten.
bedrijfskolom
geeft aan welke bedrijven in een productieweg voorkomen.
organisatiestructuur
de manier waarop de functies binnen een bedrijf zijn verdeeld.
bedrijfstak
alle bedrijven op gelijke hoogte in de bedrijfskolom.
arbeidsintensief bedrijf
een bedrijf dat veel gebruik maakt van mensen.
mechanisatie
het in gebruik nemen van machines.
kapitaalintensief bedrijf
een bedrijf dat veel gebruik maakt van machines.
automatisering
mensen vervangen door machines.
recycling
het hergebruik van afval.
investeren
het kopen van nieuwe kapitaalgoederen door bedrijven.

 

bedrijfskosten
alle kosten die een bedrijf maakt bij het produceren van goederen en diensten.
afzet
het aantal verkochte producten.
afschrijvingskosten
kosten door het minder waard worden van machines.
omzet
het geldbedrag dat de verkoop van producten oplevert.
omzet = afzet x prijs.
kostprijs
alle kosten die een ondernemer maakt om één product te maken.
brutowinst
bedrag dat overblijft als van de omzet de inkooppprijs is afgehaald.
brutowinst = omzet - inkoopprijs.
constante kosten
kosten die een ondernemer ook maakt als hij geen goederen of diensten produceert.
nettowinst
bedrag dat overblijft als van de brutowinst de bedrijfskosten zijn afgehaald.
nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten.
variabele kosten
kosten die samenhangen met de productie van de goederen en diensten.
Belasting Toegevoegde Waarde (BTW)
belasting die je betaalt als je iets koopt.
marketingbeleid
alles wat een ondernemer doet om zijn doelgroep te bereiken. Het product-, plaats-, personeels-, prijs- en promotiebeleid.
doelgroep
de kopers waarop een ondernemer zich richt.
productpromotie
reclame waarbij niet de prijs maar (de kwaliteit van) het product centraal staat.
prijspromotie
reclame maken met de prijs.
assortiment
de producten die een ondernemer verkoopt.