Vragen

  1. Wat is de bouwstof voor chromosomen?
  2. Wanneer wordt het genotype van een individu bepaald?
  3. Wat verstaan we onder fenotype?
  4. Wat bedoelen we met het genotype van een persoon?
  5. Hoeveel chromosomen bevat een lichaamscel van een mens?
  6. Hoeveel chromosomen bevat een zaadcel van een mens?

 

7.  Juist of onjuist?

a)  het gen voor oogkleur komt alleen voor in de ogen

b)  in elke cel komen evenveel genen voor

c)  in een geslachtscel heb je voor iedere eigenschap slechts 1 gen

d)  een geslachtscel bevat 2 geslachtschromosomen