Theorie

Je hebt iemand misschien wel eens de vraag horen stellen: "Wat is zwaarder, een kilo lood of een kilo veren?" Dit klinkt lastig, maar het is eigenlijk een instinker. Als je van allebei een kilo hebt, dan is de massa natuurlijk hetzelfde. Toch is er wel een verschil. Als je een kilo veren bij elkaar wil leggen, dan heb je een hele grote bak nodig, ofwel: een groot volume. Als je een kilo lood bij elkaar wil leggen, dan zal dit veel minder ruimte in beslag nemen. Massa en volume zijn voorbeelden van grootheden. De eenheid van massa is vaak gram en van volume vaak mililiter.

Het verschil tussen een kilo lood en een kilo veren zit in de dichtheid. De dichtheid vertelt ons hoe dicht de deeltjes in een stof op elkaar zitten. Bij lood zitten deze deeltjes erg dicht op elkaar en bij veren ver van elkaar. Massa en volume hebben een gemakkelijke eenheid, maar die van dichtheid is een samengestelde eenheid. Hij bestaat namelijk uit de eenheid van gram (massa) en de eenheid van volume (mililiter). We zeggen met de dichtheid dus eigenlijk hoe zwaar iets is, per mililiter.

De dichtheid van aluminium is 2,7 g/mL en de dichtheid van ijzer is 7,9 g/mL. Dat wil zeggen dat een blokje aluminium van 1 mL 2,7 gram weegt. Dat is lichter dan ijzer, die 7,9 gram per 1 mL weegt. Daarom worden keukentrapjes niet gemaakt van ijzer, maar van aluminium.

Rekenen

De dichtheid geef je aan met de Griekse letter ρ, dit lijkt op een p maar spreek je uit als 'roo'. Je rekent de dichtheid van een stof uit met deze formule:

Je kan deze formule ook met symbolen opschrijven, dan wordt het:

ρ

 

Voorbeeld

Anne heeft een metalen blokje met een volume van 18 mL. De massa van het blokje is 49 gram. Bereken de dichtheid van het blokje.

We schrijven eerst de formule op die we nodig hebben, namelijk:

Als je de gegevens invult, dan krijg je: dichtheid = 49/18
De dichtheid is dus 2,7 g/mL