Je kiest minstens twee bronnen uit voor jouw eindopdracht synthesetekst. Hiervoor kun je bronnen gebruiken die je krijgt van je vakcoach, uit bijvoorbeeld tijdschriften als Onze Taal en het boek De taalcanon en de bijbehorende website taalcanon.nl. Je mag uiteraard zelf bronnen inbrengen, maar die moet je wel laten goedkeuren.
Vorig jaar heb je ook geleerd wat betrouwbare bronnen zijn. Nog even in de herhaling:
Bronnen zijn onder meer betrouwbaar als ze:
- actueel zijn,
- relevant zijn,
- de schrijver een autoriteit is (expert, onderzoeker),
- objectief zijn.
Als een bron veel schrijffouten bevat, moet je nog eens goed kijken naar de achtergrond: is er iets snel overgeschreven? Is de informatie wel door meer partijen beoordeeld? Zo niet, dan kun je je twijfels hebben bij de betrouwbaarheid van een bron. Daarnaast let je ook op het doel van de schrijver: wil die jou overtuigen? En zo ja, hoe? Gebruikte hij goede argumenten en verwijst hij naar bronnen?
Zoeken
Voor jouw mini-onderzoek heb je dus geschikte bronnen nodig. In dit geval gaat het om artikelen, die jij gaat bestuderen en vergelijken. Je krijgt verschillende bronnen aangereikt (zie ook Bronnen), maar je mag natuurlijk ook zelf op zoek gaan. Zorg er wel voor dat je deze bronnen goedgekeurd worden door je docent.
Hoe zoek je? Google en wikipedia zijn leuke startpunten, maar je wilt natuurlijk zeker weten dat jouw bron (artikel) goed is. Wikipedia kun je nooit als bron citeren. Gebruik meerdere bronnen en zoek met meer dan een zoekterm. Gebruik synoniemen, zoals 'dialect' <--> 'streektaal'. Handig hulpje: Synoniemen
Wetenschappelijke artikelen vind je snel via Google Scholar, zie bijvoorbeeld: straattaal op Google Scholar
Vergelijk altijd meerdere bronnen. Noteer je bronnen altijd volgens de APA-richtlijnen. APA-richtlijnen