De Grieken leerden van de Egyptenaren hoe ze beeldhouwwerken konden maken, zoals reliefs voor grafstenen en tempelfriezen. Ook de standbeelden maakten de Grieken eerst volgens de Egyptische traditie en deze zagen er daardoor nogal stijf uit. Maar vanaf de 5e eeuw v.C. gingen de Griekse beelden meer lijken op de werkelijkheid. Beeldhouwers bedachten hiervoor de contrapost, een houding met een gestrekt en een gebogen been. Hierbij werden ook de heup en de schouder schuin geplaatst. Zo kreeg het lichaam een S-vorm. Met de contrapost gaven de Grieken een natuurlijke uitstraling aan stilstaande figuren. Toch wilden de Grieken geen gewone mensen namaken, maar volmaakt gevormde lichamen. Dat vonden ze een teken van goddelijkheid. Veel Griekse beelden hebben een strenge en gevoelloze gezichtsuitdrukking, maar er zijn ook beelden die gevoel uitdrukken, zoals de zorgzame blik van Hermes met het kind. Sommige beelden drukten veel beweging uit, zoals de discuswerper. Op het marmer van de beelden en tempels brachten de Grieken felle kleuren aan.
Griekse beeldhouwers beheersten ook de techniek van het brons gieten. Van klei maakten ze modellen van onderdelen van een beeld en goten daar vervolgens gesmolten brons in. Als ze de losse onderdelen aan elkaar vastmaakten, hadden ze een hol beeld. Een bronzen beeld was lichter dan een stenen beeld. Daardoor waren nieuwe houdingen mogelijk, zoals vrijstaande benen en uitgestrekte armen.
Ook schilders stonden bij de Grieken in hoog aanzien. Deze kunstenaars beeldden de werkelijkheid steeds beter af, bijvoorbeeld door perspectief (met dieptewerking) te schilderen. Op schalen en vazen werd klein schilderwerk aangebracht, zoals voorstellingen uit de Griekse mythologie en het dagelijks leven. Schilder schilderden ook op houten panelen (bladen) en muren, maar daarvan is het meeste verloren gegaan.
Van de standbeelden uit de Griekse bloeitijd is helaas maar een klein deel bewaard gebleven. Gelukkig weten we dankzij Romeinse kopieen uit latere eeuwen hoe Griekse beelden en schilderijen eruit hebben gezien. Romeinen en andere volken vonden de Griekse kunst uit de 5e en 4e eeuw zo goed dat ze deze navolgden. We noemen de kunst uit de Griekse bloeitijd daarom klassiek.
==========================================================================
Begrippenlijst:
Contrapost: Houding met een gestrekt been en een gebogen arm
Perspectief: Dieptewerking
Klassiek: Zo goed dat het wordt nagedaan