In de 6e eeuw v.C. onstond in Griekenland een nieuwe kunstvorm: het toneel. Ieder voorjaar liepen de Atheners uit voor feesten ter ere van Dionysos, de god van de wijn en plezier. Na een vrolijke optocht werden vier dagen lang tragedies (treurspelen) en komedies (blijspelen) opgevoerd in het theater.
De tragedies leken een beetje op moderne musicals. He gesproken woordn werd afgewisseld met zang en dans. De hoofdpersoon werd getroffen door het noodlot (ongeluk). Hoezeer hij het ook probeerde, hij kon hieraan niet ontsnappen.
In komedies werd van alles door toneelspelers bespot, zoals politici en nieuwe opvattingen. Ze zijn vergelijkbaar met onze comedyseries. In tegenstelling tot tragedies liepen komedies goed af.