Methode: Taal Actief
Groep: 6
Thema: 4
Week: 2 en 3
Les: 8 en 13
Benodigdheden:
Moeilijkheidsgraad (voor de leerkracht): Moeilijk
De leerlingen gaan zelf een griezelig verhaal bedenken en uitwerken in Google Documenten (of ander online tekstverwerkingsprogramma). Ze moeten hun verhaal griezelig maken door spannende woorden te gebruiken en te leren overdrijven.
Om dit te benadrukken gaan ze de spannende woorden laten opvallen door deze woorden vet te maken, schuin te maken, te markeren of te onderstrepen.
Je vertelt de leerlingen dat zij griezelig verhaal gaan bedenken en typen in een tekstverwerkingsprogramma.
Ze moeten hun verhaal griezelig maken door spannende woorden te gebruiken en te leren overdrijven.
Laat de kinderen eerst opdracht "1 Verkennen" maken. Hierbij lezen ze een tekst en markeren/onderstrepen ze de woorden die het verhaal spannend maken.
Deze opdracht vind je in het werkboek A van Taal Actief groep 6.
De leerlingen maken opdracht 2. Hierbij maken ze gebruik van de schrijfhulp op blz 65 van hun werkboek. Daarna starten ze met opdracht 3: Versie 1 schrijven in hun online tekstverwerkingsprogramma (bijv. Google Documenten)
Laat de leerling aan het einde van de les het document delen met de leerkracht. De leerkracht zal moeten uitleggen hoe de leerlingen een bestand kunnen delen.
Bij de tweede les (les 13) gaan ze hun verhaal aanpassen/bewerken.
Laat de leerling (nadat in tweetallen de opdrachten van blz.70 uit het werkboek zijn gedaan) de eerste versie verbeteren.
Daarna gaan ze de spannende woorden extra laten opvallen. Dit kan door deze woorden vet te maken, schuin te maken, te markeren of te onderstrepen.
Bespreek met de leerlingen wat er goed ging en laat enkele voorbeelden van verhalen zien op het digibord. Laat de kinderen tips/tops geven, wat maakt het dat de ene opmaak het verhaal spannend maakt en een andere opmaak minder spannend lijkt.
Datum publicatie: juli 2024