Leerdoelen en oefentoets

Aan het einde van dit thema moet de volgende dingen weten of kunnen:

  1. Je weet wat stofeigenschappen zijn en kunt ze herkennen.
  2. Je weet wat een goed reagens is en wat deze doet.
  3. Je weet van de volgende reagentia de aangetoonde stof, en de reactie op die stof:
  4. Je kunt gebruik maken van indicatoren om de zuurgraad aan te tonen (onderzoek maagzuur) en kent de andere manieren om de zuurtegraad aan te tonen.
  5. Je kent de pH-schaal en de begrippen zuur, base en neutraal .
  6. Je weet hoe een zure stof en basische stof ontstaat.
  7. Je weet wat neutralisatie is en kent de reactievergelijking
  8. Je weet het verschil tussen mengen en reageren op molecuul/atoom-niveau
  9. Je weet dat een reactieschema bestaat uit beginstoffen en reactieproducten
  10. Je kunt een reactieschema (met faseaanduidingen) maken aan de hand van een verhaaltje waarin een reactie beschreven wordt.
  11. Je herkent een vormingsreactie, ontledingsreactie en zuur-basereactie.
  12. Je weet wat er brandvoorwaardes zijn en kent de branddriehoek.
  13. Je kunt uitleggen welke brandvoorwaarde wordt ontnomen bij het doven van vuur.
  14. Je weet welke twee atomen er altijd aanwezig zijn bij brandstoffen.
  15. Je kent de algemene reactievergelijking voor een verbranding en kan dus voor elke brandstof een reactievergelijking maken.
  16. Je kent de algemene reactievergelijking voor een onvolledige verbranding.
  17. Je weet waarom onvolledige verbranding gevaarlijk kunnen zijn.
  18. Je weet wat er met de wet behoud van massa wordt bedoelt.
  19. Je weet waarom reacties altijd in bepaalde massaverhoudingen met elkaar reageren
  20. Je kunt rekenen met massaverhoudingen
  21. Je weet welke twee reacties onder oxidatie vallen

Diagnostische toets thema 6

Let op hieronder staat de oefentoets, maar deze bevat ook informatie die jullie niet hebben gehad.

Diagnostische toets thema 6

Correctiemodel diagnostische toets