Opdrachten bij de tekst 'Het ontstaan van de waddenzee'

Opdracht 1:

Om de tekst goed te kunnen begrijpen moet je wel alle woorden begrijpen. Om dat te doen is er in de tekst een aantal woorden onderstreept.

Neem die woorden over en schrijf erachter wat ze betekenen. Als je nog niet weet wat ze betekenen, kan je ze opzoeken in een woordenboek of op internet.

Controleer of je de goede uitleg hebt bij een woord, door het in de zin te vervangen door je uitleg.

Begrijp je de zin nu? Zo niet, dan moet je nog een keer zoeken.

 

Opdracht 2:

In de tekst gaat het over de overheersende windrichting. De wind heeft ervoor gezorgd dat er ‘gaten’ tussen de eilanden zijn gebleven.

Uit welke richting waait deze wind? Zoek eventueel op op het internet.

 

Opdracht 3:

In de tekst staat dat de Waddeneilanden ‘wandelen’. Welke richting wandelen ze op? Leg in je eigen woorden uit het komt dat de eilanden verplaatsen.