Opdracht

Jullie krijgen 5 minuten de tijd om dingen aan te geven, te vertellen en te reageren zonder dat de docent of medestudenten reageren. Denk bijvoorbeeld aan mooie of positieve ervaringen die je hebt opgedaan op stage.

De volgende vragen kunnen jou helpen bij het in kaart brengen van jouw ervaringen op stage:
- Waar loop je stage? Wat voor soort instelling is dit?
- Hoeveel dagen per week loop je stage?
- Hoe ver ben je met jouw schoolopdrachten op stage?
- Heb je het gevoel veel aan je stagebegeleider te hebben voor jouw eigen voortgang?
- Heb je zin om naar stage te gaan of zie je hier tegenop? En hoe komt dit?

Ga in kleine groepjes jullie ervaringen bespreken en verzamel de positieve ervaringen op een postervel.

Vervolgens gaan jullie aan de slag met het in kaart brengen van de eigen hulplijnen.
Deze hulplijnen kun je in kaart brengen in een mindmap en nummer vervolgens de hulplijnen in de juiste volgorde.
Op deze manier krijg je een web met handige contactgegevens voor jou.
Noem per persoon/hulplijn de volgende elementen:
- Naam.
- De functie van die persoon.
- Telefoonnummer.
- E-mailadres.

Je mag met elkaar overleggen maar het is de bedoeling dat uiteindelijk iedere student zijn eigen, persoonlijke mindmap heeft met contactgegevens van zijn of haar hulplijnen.