VWO-stof (Dit is geen toetsstof voor de havo leerlingen)
Een overgang die zich in het ene land na het andere voltrekt
De natuurlijke groei van de bevolking vertoont in steeds meer landen dezelfde ontwikkeling als in Nederland. Naarmate de welvaart toeneemt zie je de geboorte- en sterftecijfers na verloop van tijd dalen. Die overgang van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers heet demografische transitie. Zo’n transitie gaat niet ineens maar kent een aantal fasen. In het figuur hieronder zie je die fasen. Onder de afbeelding staat de uitleg van het figuur.
In fase één zijn het geboortecijfer en sterftecijfer allebei hoog. Dit komt inmiddels in bijna geen enkel land meer voor. In fase twee neemt het sterftecijfer af, maar blijft het geboortecijfer hoog. Dit is het geval in de periferie landen.
Daarna neemt in fase 3 het geboortecijfer ook af en blijft het sterftecijfer ook dalen. Deze landen zijn inmiddels semi-periferie landen geworden.
De daling van het sterftecijfer komt doordat de kindersterfte daalt. Welzijns indicatoren verbeteren: gezondheidzorg en hygiëne gaan vooruit en voedsel wordt gevarieerder.
In fase 3 daalt ook het geboortecijfer doordat er minder kinderen 'nodig' zijn. De landen in deze fase worden welvarender, sociale voorzieningen, zoals pensioenen, worden beter geregeld. Ouders zijn minder kinderen nodig om voor hen te zorgen op hun oude dag. Anticonceptie wordt betaalbaarder/meer beschikbaar.
In fase 2 en 3 is het verschil tussen het geboorte- en sterftecijfer erg groot, daardoor groeit de bevolking in deze twee fasen erg snel. In deze twee fasen is er sprake van een geboorteoverschot.
Fase 4 is de fase waarin de centrum landen zich bevinden. Het geboorte- en sterftecijfer zijn allebei laag. De bevolking groeit in fase 4 bijna niet meer.
Natuurlijke bevolkingsgroei in Nederland
In onderstaand figuur zie je een grafiek van het geboorte en sterfte cijfer in Nederland sinds het jaar 1800. In deze grafiek kun je ook de verschillende fases van de demografische transitie aflezen. In de eerste periode rond het jaartal 1800 zie je dat zowel het geboorte als sterftecijfer relatief hoog ligt, dit betekent dat de totale bevolking in deze periode redelijk gelijk blijft. Fase 2 begint in Nederland tussen 1850 en 1875. Het geboortecijfer blijft ongeveer even hoog liggen terwijl het sterftecijfer begint met dalen. Fase 3 begint daarna tussen 1875 en 1900. Je ziet dat het geboortecijfer vanaf dit punt ook snel daalt en het sterftecijfer blijft dalen totdat het niet verder kan. Fase 4 begint vanaf ongeveer 1975. Het geboorte- en sterftecijfer zijn weer ongeveer gelijk.
Demografische transitie wereldwijd
Nu al heeft de demografische transitie de groei van de wereldbevolking doen afnemen. In het begin van de zestiger jaren groeide de wereldbevolking met 2,2%, in 2009 nog maar met 1,1%.