Pesach is een joodse feestdag die elk jaar in maart of april wordt gevierd en duurt zeven of acht dagen. Het is een feest ter herinnering aan de uittocht van de Joden uit Egypte, meer dan drieduizend jaar geleden.
Tijdens Pesach wordt er een speciale maaltijd gehouden. Deze maaltijd begint met het lezen van het Pesachverhaal uit een speciaal boek, de Haggada. Hierin staan verschillende symbolen die tijdens de maaltijd worden gebruikt, zoals matzes (ongezuurde broden), bittere kruiden en wijn.
Gedurende de zeven of acht dagen van Pesach mogen Joden geen brood eten, omdat dit herinnert aan de haast waarmee de Joden uit Egypte vluchtten en geen tijd hadden om hun brood te laten rijzen. In plaats daarvan eten ze matzes, die vlak en ongezuurd zijn.
Pesach is een belangrijk feest voor Joden omdat het hen herinnert aan de bevrijding van de slavernij en de overgang naar vrijheid. Het is ook een gelegenheid om de Joodse identiteit en cultuur te vieren en om samen te komen met vrienden en familie.