Opdracht 1: Hernieuwbare en niet-hernieuwbare stoffen

Grondstoffen en energie zijn belangrijk voor het leven op aarde. Je gebruikt ze elke dag voor dagelijkse producten. Je kunt dan denken aan water, voedsel of benzine, maar ook aan alle grondstoffen die in kleding, tv's, auto's of smartphones zijn verwerkt.

De grondstoffen die je nodig hebt voor de producten kun je indelen in hernieuwbare grondstoffen en niet-hernieuwbare grondstoffen.

Hernieuwbare of duurzame energiebronnen zijn hulpbronnen die bij het gebruik ervan nooit opraken. Ook dragen ze niet bij aan het versterkte broeikaseffect, want er komt (vrijwel) geen CO2 vrij. Bij hernieuwbare energiebronnen kun je denken aan zonne-energie, windenergie, waterkracht of biomassa.

Niet-hernieuwbare of natuurlijke energiebronnen zijn hulpbronnen die bij het gebruik ervan opraken. Er is maar een beperkte voorraad van op aarde: op = op. Bij het gebruik ervan dragen ze vaak bij aan de opwarming van de aarde en de klimaatverandering, want er komt (veel) CO2 vrij. Je kunt denken aan aardolie, aardgas en steenkool, maar ook aan water, hout, metalen (goud, zilver) en gesteentes (graniet, marmer, basalt).